Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 16
Het huidige onderwijsdebat richt zich onder meer op de vraag welke kennis en vaardigheden van belang zijn om leerlingen voor te bereiden op een snel veranderende maatschappij. Veel van deze vaardigheden worden samengevat onder de noemer ‘21e eeuwse vaardigheden’. Het betreft generieke vaardigheden en daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te functioneren in, en bij te dragen aan de toekomstige samenleving. Het Ministerie van OCW heeft SLO gevraagd te onderzoeken wat deze vaardigheden precies inhouden en in hoeverre ze aandacht krijgen c.q. zouden moeten krijgen in het funderend onderwijs (het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs). Daarbij is gevraagd specifiek aandacht te besteden aan digitale geletterdheid. De conclusie van het onderzoek is dat de 21e eeuwse vaardigheden weinig doelgericht en structureel aan de orde komen in het huidige curriculum voor het funderend onderwijs. Het rapport beveelt aan de positie van de vaardigheden in het beoogde en uitgevoerde curriculum te versterken en ze een meer zichtbare plek in de landelijke leerplankaders te geven.
21 januari 2015
Het KNAW-rapport Digitale geletterdheid in het voorgezet onderwijs constateert dat de digitale geletterdheid van leerlingen sterk verbeterd moet worden. SLO en het ministerie van OCW onderschrijven de noodzaak voor aandacht voor dit onderwerp in het funderend onderwijs, gezien de steeds meer ‘medialiserende’ en digitaliserende wereld waarin wij leven. De vraag is echter wat er precies wordt bedoeld met digitale geletterdheid, welke aspecten daarvan wenselijk worden gevonden voor het onderwijs en welke plaats dat zou moeten hebben in het curriculum. Digitale geletterdheid wordt vaak in verband gebracht met 21e eeuwse vaardigheden. Ook zijn er andere verwante begrippen zoals mediawijsheid, informatievaardigheden, ICT-vaardigheden, computational thinking, advanced skills, informatiekunde en informatica. De vraag is hoe deze begrippen te duiden zijn en wat overeenkomsten en verschillen zijn. Het ministerie van OCW heeft SLO gevraagd de begrippen te verhelderen en met elkaar in verband te brengen.
21 januari 2015
Vanaf 2004 zijn er in samenwerking met de overheid begaafdheidsprofielscholen gerealiseerd. Deze scholen bieden structureel een programma aan aan meerbegaafde leerlingen. De veronderstelling is dat wanneer het curriculum beneden het niveau van de leerling ligt, het brein niet geneigd is actief te reageren. Het leerplan moet dan ook aangepast worden aan de behoeften van deze groep leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door een breder en meer verdiepend aanbod vanuit de bètavakken, waarbij aandacht is voor een uitdagende inhoud en voor natuurwetenschappelijke vaardigheden als onderzoeken, ontwerpen en waarderen en oordelen. Dit aanbod kan worden vormgegeven onder de paraplu van Life & Science en kan ook onder deze naam ingeroosterd worden. Het voorliggende leerplankader is bedoeld is om coördinatoren en docenten te helpen met het inrichten van de lessen Life & Science in de onderbouw.
21 januari 2015
Compilatie van 37 spelbeschrijvingen die eerder gepubliceerd zijn in het rekentijdschrift Volgens Bartjens. De rekenspellen zijn afwisselend geschikt voor de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. De rekeninhouden die aan de orde komen betreffen getalbegrip, bewerkingen, meetkunde en logisch denken en redeneren. In sommige spellen ligt de nadruk op het verkennen van een rekeninhoud, bij andere spellen gaat het om het oefenen van bepaalde basisvaardigheden en weer andere spellen vragen om het toepassen van inzichten, strategieën, kennis en vaardigheden.
23 januari 2015
Dit verslag geeft een beeld van schrijfonderwijs Nederlands in het vo, zoals dat in drie lesmethoden wordt aangeboden en door achttien leraren naar eigen zeggen wordt gerealiseerd. Het betreft de methoden Nieuw Nederlands, Op Niveau en Talent Wat bieden de methoden aan, hoe interpreteren de leraren het in de methoden aangeboden curriculum, hoe gaan ze met de methoden om en verzorgen zij hun schrijfonderwijs?
23 januari 2015
Deze publicatie wil vso-scholen ondersteunen bij de inhoudelijke en onderwijskundige vormgeving en ontwikkeling van stages in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. Inhoudelijk wordt daarbij aangesloten bij de handreiking “Bouwstenen voor het vso, uitstroomprofiel Arbeidsmarkt”. Deel 1 is bedoeld voor medewerkers in en rondom de school (leerkrachten, stage coördinatoren / stagedocenten, werkbegeleiders in het stagebedrijf). Dit deel gaat in op de inrichting van de stage en de afsluiting en beoordeling. Deel 2 en 3 zijn er voor de leerlingen. De delen bevatten een voorbeeldmatig uitgewerkt stageboek met stage-opdrachten. Deze opdrachten zijn gekoppeld aan kerndoelen voor het vso-uitstroomprofiel Arbeidsmarkt.
8 april 2015
In deze publicatie staan drie vormen centraal, waarmee de leerling opbrengsten van leren en ontwikkeling -ter afsluiting van het Praktijkonderwijs- in beeld kan brengen: het bewijs, het certificaat en de kwalificatie. Er wordt ingegaan op de civiele waarde ervan, de inhoud, de wijze van beoordelen en de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de betrokken actoren. De inhoud van de bewijzen, certificaten en kwalificaties geven een kader aan leer- en ontwikkelactiviteiten van leerlingen. Aan de hand van datzelfde kader kunnen ook de opbrengsten van de school duidelijk worden gemaakt. Daarom is het van belang dat goed wordt omschreven hoe het praktijkonderwijs de drie vormen 'bewijzen', 'certificering' en ‘kwalificatie’ invult.
8 april 2015
Sinds 2007 zijn alle vormvoorschriften voor de schoolexamens vervallen. Docenten zijn nu, binnen de wettelijke kaders, vrij hun schoolexamens naar eigen inzicht in te richten. Bij dit laatste biedt SLO, op verzoek van OCW, steun in de vorm van handreikingen per vak, waarvan dit er één is. Deze handreiking voor het schoolexamen O&O wil docenten informeren over de verplichtingen en mogelijkheden betreffende de organisatie van het schoolexamen. Naast het beschrijven van de wettelijke kaders bevat de handreiking niet-voorschrijvende suggesties en adviezen voor de inrichting van het schoolexamen.
9 april 2015
Doorlopende leerlijnen zijn een hulpmiddel bij een betere afstemming en samenhang in het leerplan voor het voortgezet onderwijs. In deze publicatie worden leerlijnen beschreven voor de natuurwetenschappelijke vaardigheden voor de onderbouw havo-vwo. Het betreft vaardigheden die ook in de eindtermen in de tweede fase van natuurwetenschappelijke vakken voorkomen, namelijk: onderzoeken, ontwerpen, reken- en wiskundige vaardigheden, modelvorming, redeneren, waarderen en oordelen en instrumentele vaardigheden. De leerlijnen zijn beschreven in de vorm van tussendoelen met als einddoel instroom in de tweede fase van havo en vwo.
3 augustus 2011
Onder algemene vaardigheden worden de vaardigheden verstaan, die leerlingen bij allerlei vakken moeten kunnen toepassen in het kader van hun leerproces. SLO heeft zich, in samenwerking met de vmbo-onderwijspraktijk, beziggehouden met de vraag of het aanleren, toepassen en oefenen van dergelijke vaardigheden mogelijk eenduidiger, en daarmee effectiever kan dan nu vaak het geval is in de theoretische leerweg. Sommige van deze vaardigheden leveren een concreet product op, bijvoorbeeld een presentatie of een onderzoeksverslag. In dit vademecum zijn drie productgerichte vaardigheden uitgewerkt: presenteren, interviewen en onderzoeken. Het vademecum bestaat uit een serie taakbladen voor leerlingen: per vaardigheid een taakblad. Elk taakblad heeft een vast format dat de leerling via hulpvragen helpt de vaardigheid te oefenen en de eigen kwaliteit van uitvoering te beoordelen.
3 augustus 2011