Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Het werken op basis van gericht waarnemen krijgt gedurende de gehele basisschoolperiode aandacht. Dit kan het best duidelijk gemaakt worden aan de hand van het voorbeeld hieronder.
Tijdens de inleiding van de les bekijken de kinderen een levend dier: muis, kip, haan, konijn, leguaan, kikker. Ze praten over het karakteristieke uiterlijk van het dier en proberen daarbij een relatie te leggen tussen het uiterlijk en zijn leefwijze. Daarna proberen ze dit dier te tekenen, te schilderen, of te boetseren.
Bij jonge kinderen gaat het gericht waarnemen deels terloops. De beleving van bijvoorbeeld het echte dier in de klas staat voorop. Dat bevordert het expressiekarakter van het werk. Door het kijken naar en het praten over het dier zullen ze in hun werk meer karakteristieke details van het dier laten zien. Details die op hen het meeste indruk hebben gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld de snavel zijn, of een heel groot oog, dat kan per kind heel verschillend zijn. Jonge kinderen zullen nooit een heel getrouwe kopie van de werkelijkheid maken.
Oudere kinderen vanaf een jaar of negen streven in hun werk meer naar gelijkenis met de werkelijkheid. Dat kan hen soms frustreren bij het werken naar directe waarneming. Daarom is het belangrijk de opdracht zo te stellen, dat dit streven naar perfectie niet een struikelblok gaat vormen. Vaak hebben kinderen vanaf een jaar of negen bij het verbeelden van hun ideeën even behoefte aan een afbeelding. 'Hoe ziet een pandabeer er uit of hoe staat een giraf op zijn poten?'. Een afbeelding van zo'n dier kan dan even helpen om het innerlijke beeld dat een kind heeft aan te scherpen. Beschouwen en vormgeven gaan dan hand in hand.
De functionele kerndoelen zijn ontwikkeld voor zeer moeilijk lerende leerlingen en leerlingen met een meervoudige beperking, die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt. Deze leerlingen bevinden zich met name in leerroute 2 t/m 5 van het Landelijk Doelgroepenmodel.
De functionele kerndoelen bestaan uit drie sets:
- een set voor so zml/mb
- een set voor uitstroomprofiel dagbesteding
- een set voor uitstroomprofiel arbeidsmarkt.
De functionele kerndoelen zijn streefdoelen, waarbij gewerkt wordt aan praktische en toepassingsgerichte vaardigheden en zelfredzaamheid.
Momenteel wordt de toekomst van het Referentiekader onderzocht. Aanleiding hiervoor is een evaluatie uit 2022, waarin werd geconcludeerd dat het kader onvoldoende aansluit op de onderwijspraktijk, hiaten kent en tot verkaveling van het onderwijsaanbod leidt. SLO werkt in opdracht van OCW aan scenario’s voor vernieuwing, waarbij de verbinding met geactualiseerde kerndoelen, examenprogramma’s en mbo-eisen centraal staat. Mogelijke uitkomsten variëren maar hebben effect op de structuur, inhoud en niveau-indeling van een toekomstige uitwerking. In het najaar van 2025 volgt besluitvorming over de toekomstige vorm en functie van het Referentiekader, met als doel één duidelijke, samenhangende en ambitieuze opdracht aan scholen voor het taal- en rekenonderwijs.
SLO heeft een verkenning uitgevoerd naar de ERK-niveaus van de moderne vreemde talen.
Op 25 en 26 januari vond de nationale eindronde van de European Olympiad of Experimental Science (EOES) plaats aan HAN University of Applied Sciences in Nijmegen.
Beleid werkt als het breed wordt gedragen. Om te komen tot breed gedragen beleid, met gedeelde prioriteiten, is het goed om als team uitgebreid met elkaar in gesprek te gaan over het reken- en wiskundeonderwijs.
SLO en de Universiteit van Amsterdam hebben onlangs de samenwerking bezegeld met het ondertekenen van de leerstoelovereenkomst.
Een mijlpaal in de afstemming tussen po, vo en de kennisbases van de lerarenopleidingen: de samenwerking tussen SLO en 10voordeleraar.
Op 25 maart hebben we de definitieve examenprogramma’s van 13 praktijkgerichte programma's voor het vmbo (gl en tl) overhandigd aan Mariëlle Paul.
Alle leerlingen hebben recht op goed onderwijs dat hen helpt in hun ontwikkeling. Ook als je zeer moeilijk leert of een meervoudige beperking hebt.