Zoeken - zoekresultaten
verfijn de resultaten
Om een kind te kunnen helpen bij de ontwikkeling van de executieve functies is het goed om te weten hoe elke executieve functie werkt. In elf kaarten wordt op eenvoudige wijze beschreven wat de verschillende executieve functies inhouden, maar ook hoe je kinderen kunt ondersteunen bij de ontwikkeling van de executieve functies/vaardigheden. Naast uitleg, inzicht en begeleiding worden ook handreikingen gegeven in de vorm van tips hoe je de ontwikkeling kunt stimuleren en spellen die je kunt gebruiken om de vaardigheid mee te oefenen.
Als je bij een collega in de klas FE-praktijken gaat observeren, lees dan eerst deze korte uitleg. Bij deze uitleg horen een aantekenformulier, een observatieformulier en een bespreekformulier.
Geef elke leerling een groen, oranje en rood plastic bekertje/schijf/papier. Aan het begin van de les heeft elke leerling op de hoek van zijn tafel bijvoorbeeld de drie bekertjes in elkaar gezet: de rode onderop, daarop de oranje, bovenop de groene. Tijdens de uitleg van de docent staat in eerste instantie het groene bekertje bovenop.
Stel open vragen die aanzetten tot denken (waarom, hoe, waardoor) en waarmee je inzicht krijgt in hoeverre leerlingen iets hebben begrepen. Selecteer na elke vraag één leerling die de vraag gaat beantwoorden met een namenkiezer (zie pagina 4). Geef voldoende nadenktijd voor het selecteren van een leerling.
Stel gesloten of korte antwoordvragen aan de hele klas, waarmee je inzicht krijgt in hoeverre de leerlingen iets hebben begrepen. Alle leerlingen beantwoorden tegelijkertijd dezelfde vraag. De docent bekijkt het resultaat en stelt op basis van het resultaat een vervolgvraag gericht op diepgang aan een leerling of leerlingen die hetzelfde antwoord hebben of wederom aan de groep als geheel.