Rekenen/wiskunde - Meten en meetkunde - kerndoel 32 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.


Meetkunde is het denken over onder andere:

  • plaats van objecten in de ruimte,
  • richting van kijken en bewegen,
  • routes, netwerken (telefoonnet, wegennet, waterleiding), vertakte vormen (zoals bomen),
  • de plaats van objecten ten opzichte van elkaar, zoals 'tegenover elkaar' en (spiegel)symmetrie,
  • eigenschappen van vormen: lengte, oppervlakte en inhoud,
  • patronen,
  • vormen zoals lijn(stuk), cirkel, vierkant, rechthoek of driehoek,
  • hoe vormen zijn samengesteld uit andere vormen,
  • het afbeelden (projecties) van ruimtelijke vormen in het platte vlak, en
  • het vergroten en verkleinen van vormen en afbeeldingen (zoals even groot, of niet even groot maar dezelfde vorm).

Bij meetkunde ontwikkelen de kinderen een speciale taal voor vormen, plaatsaanduidingen en onderlinge posities en richtingen. Kinderen leren onder andere werken met bouwsels, bouwplaten, schaduwen, spiegels, plattegronden, kaarten en foto's. Ze tekenen en lezen kaarten en werken met schaal.

De kinderen leren hun ruimtelijk voorstellingsvermogen te gebruiken. Ze leren zich een voorstelling van een ruimtelijke situatie te maken, na te denken over hoe dingen in elkaar zitten, over wat ze gaan maken en hoe dit kan (bijvoorbeeld bouwen, vouwen, knippen, plakken). Achteraf reflecteren ze op wat ze gemaakt hebben in verhouding tot wat hun voorstelling was. Kinderen leren daarbij hun meetkundige redeneringen onder woorden brengen.

Meetkunde is van groot belang in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld bij deelname aan het verkeer, sport en dans, inrichting van de woning, bouwen en knutselen, bij het opruimen, bij het begrijpen van telefonie en waterleiding, bij logistiek (bevoorrading van winkels), of bij het begrijpen van lucht- en ruimtevaart, speelt een zeker niveau van meetkundig inzicht een rol.
Meetkunde is net als het begrip van hoeveelheden en getallen een wezenlijk onderdeel van de vorming van kinderen.

In het basisonderwijs heeft meetkunde tot nu toe minder aandacht gekregen dan getalbegrip, rekenen en meten. Toch kan meetkunde in de huidige samenleving niet meer overgelaten worden aan de spontane ontwikkeling van kinderen. Meetkundige basisinzichten behoren tot de ontwikkeling die iedereen nodig heeft en die dus ook in het basisonderwijs aan de orde moeten komen. In welk leerjaar dat precies is, is wat minder expliciet te zeggen. De inhouden staat hier nu wel per tweetal groepen aangegeven, maar die moet niet te voorschrijvend gezien worden. Bij alle activiteiten ligt naast ervaren een grote nadruk op 'onderzoeken', 'voorspellen', 'experimenteren', 'verklaren' en 'redeneren'.