Rekenen/wiskunde - Wiskundig inzicht en handelen - kerndoel 25 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.


In rekenen en wiskunde gaat het er om dat je op grond van redeneren laat zien dat een berekening of een betoog klopt. Het is daarom wenselijk dat leerlingen leren hun redeneringen en (deel)berekeningen weer te geven, zodat de denkstappen voor hen zelf scherper worden, voor anderen zichtbaar zijn en aangevuld of gecorrigeerd kunnen worden.

Kinderen leren berekeningen te beredeneren en aanpakken te onderbouwen in de context van allerlei wiskundige activiteiten. In interactie met medeleerlingen en leraar leren ze na te denken over aanpakken en redeneringen en te vertellen waarom ze in een situatie bepaalde denkstappen gezet hebben. Ze zullen ervaren dat bij elke leerling de aanpak mede wordt ingegeven door de situatie en dat die ook afhankelijk is van het persoonlijk netwerk van rekenfeiten, rekenprocedures, strategieën, bekende redeneringen en zo meer.

In die communicatie is een aantal zaken belangrijk:
  • Het onder woorden brengen en uitleggen van eigen voorstellingen, gedachten en keuzen;
  • Het luisteren naar de woorden en de uitleg van medeleerlingen en leraar en het interpreteren daarvan in de eigen denkkaders door kritisch (onderscheidend) méé te denken;
  • Het aangeven op welke punten zich verschillen in denken voordoen en wat die verschillen zijn (kritiek geven);
  • Het luisteren naar de kritiek van anderen en het begrijpen ervan in het eigen denkader;
  • Het verbeteren en verrijken van de eigen redeneringen op basis van wat anderen aandragen.

Op basis van deze communicatie leren de kinderen:p voorhand rekening te houden met mogelijke kritiek en de eigen uitleg als goede redenering te geven;

  • De eigen redeneringen en berekeningen als vanzelfsprekend te controleren.

Kinderen verschillen in inzicht en vaardigheid en hebben verschillende voorkeuren voor aanpakken en redeneringen. Ze moeten elkaars mogelijkheden en redeneerstijl leren waarderen en tegelijk oog hebben voor wat objectief gezien goede redeneringen zijn.

Het onderbouwen en beoordelen van aanpakken vindt plaats in alle groepen en inhoudelijke domeinen. De volgende beschrijving is dan ook voorbeeldmatig.