Oriëntatie op jezelf en de wereld - Natuur en techniek - kerndoel 41 - Groep 1 en 2 - Doorkijkje


De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.


Groep 1 en 2


Doorkijkjes

Overeenkomsten en verschillen

In het klaslokaal zijn kinderen in groepjes of individueel bezig. Frank en Janneke staan voor de spiegel en bekijken zichzelf. Ze vullen daarna de tekening van een gezicht in met de kleur van hun ogen en hun haar en met de rest van hun gezicht. Aan de muur hangen de 'gezichten' van de kinderen die al klaar zijn.

Ergens anders in het lokaal meten Peter en Elske hun lengte. Aan de muur hangt een grote reep papier (minstens 150 cm hoog). Terwijl Peter zonder schoenen met de rug tegen de strook papier staat, tekent Elske zijn lengte op het papier af.. Als ook de lengte van Elske is gemeten, pakken ze hun eigen naamkaartje en plakken dat naast het streepje dat hun lengte aangeeft.

Als alle kinderen in de loop van de dag of de week aan de beurt geweest zijn, houdt juf Marieke een kringgesprek. Ze bekijkt samen met de kinderen de gezichten en de strook papier met de lengtes. Ze stelt vragen die gericht zijn op de verschillen en overeenkomsten tussen de kinderen. Bijv. over de kleur van het haar, de ogen, het gezicht en de lengte van het lichaam.

Erwten zaaien

In de klas gaan de kinderen erwten zaaien en de ontkieming en groei ervan volgen. Te zien zijn verschillende momenten gedurende 1-2 weken in een klaslokaal. De kinderen hebben een potje (met zelfgemaakt etiket), aarde en een paar erwten. Ze vullen het potje met zand, poten de erwten en maken het zand vochtig.

Na enkele dagen bekijken ze de groei van de plantjes. Ze scheuren daarvoor strookjes papier af die net zo lang zijn als het plantje. Die strookjes plakken ze op een tijdbalk die op een vel papier is getekend. Zo kunnen ze de komende tijd de groei volgen.

Als de plantjes groot genoeg zijn om geoogst te worden meten de kinderen voor de laatste keer de lengte en plakken het strookje bij de rest op het papier. In een kringgesprek praat de leraar met de kinderen over de groei aan de hand van hun vellen met strookjes en benoemen ze de verschillende onderdelen van de plantjes.


Toelichting: Organismen

Organismen zijn in te delen in vier categorieën:

  • planten;
  • dieren;
  • schimmels;
  • bacteriën.

Bij natuur in het basisonderwijs komen van deze vier categorieën de planten, dieren en paddestoelen (verschijningsvorm van schimmels) in alle groepen aan de orde, en schimmels en bacteriën alleen in de bovenbouw als er gesproken wordt over de voedselkringloop.

Toelichting: Gedaanteverwisseling

Bepaalde dieren maken tijdens hun leven een ontwikkeling door, waarin hun uiterlijk (gedaante) enkele malen duidelijk verandert, bijvoorbeeld: ei → rups → pop → vlinder.

Toelichting: Ontdekhoek

Van een ontdekhoek is sprake als op een bepaalde plaats in de klas een "hoek" ingericht wordt met uitdagend materiaal. De kinderen kunnen zo kennis maken met het onderwerp en kunnen ook zelf met het materiaal werken.

Toelichting: Observatiekring

Een kringgesprek waarin de kinderen ook waarnemingen doen aan het materiaal, bijv. bij het zoeken naar verschillen en overeenkomsten tussen dieren.

Toelichting: Kikkerdril

Hoewel kikkers beschermd zijn, mag kikkerdril worden gebruikt ten behoeve van het onderwijs.

Toelichting: Verspreiding van planten

Planten verspreiden hun zaden op verschillende manieren, via:

  • dieren: uitwerpselen van vogels die bessen hebben gegeten of doordat vogels en andere dieren zaden in de grond verstoppen (Vlaamse gaai, eekhoorn) of doordat zaden kleven aan de vacht van dieren (kleefkruid);
  • de wind (paardebloem, esdoorn);
  • het water (gele lis, kokosnoot);
  • eigen kracht (springzaad).