Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 6 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.


Bij dit kerndoel gaat het erom dat leerlingen de informatie verworven bij het lezen van teksten en bij systematisch geordende bronnen (zie kerndoel 4) goed op een rijtje zetten en integreren met andere informatie en met eigen kennis. Bij dit 'studerend' lezen heeft een leerling verschillende studievaardigheden nodig, zoals herlezen, onderstrepen, een schema maken, aantekeningen maken, vragen stellen en een samenvatting maken.

Dit zijn studievaardigheden die met name in de bovenbouw veel aan bod komen. Het is van belang om hier in alle leerjaren aandacht aan te besteden zodat kinderen geleidelijk aan meer vaardigheid ontwikkelen in het verwerken van informatie.

Dit kerndoel bouwt voort op kerndoel 4. Het gaat in dit kerndoel vooral om het verwerken van informatieve en instructieve teksten over onderwerpen uit de verschillende kennisgebieden. Hier ligt een duidelijke link met oriëntatie op jezelf en de wereld. Het gaat er om, na het begrijpen van een tekst, informatie te onthouden en vast te leggen om deze te kunnen toepassen, voor bijvoorbeeld een werkstuk, een mondelinge presentatie of een proefwerk. Er worden meestal meerdere bronnen gelezen.