Friese taal - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 21 - Groep 7 en 8 - Doorkijkje


De leerlingen leren eenvoudige teksten in het Fries te schrijven over alledaagse onderwerpen met het doel met anderen over die onderwerpen te communiceren.


Groep 7 en 8


Doorkijkjes

In projekt oer bouwe en wurk

In de buurt van de school wordt een oud bedrijfsgebouw afgebroken. De grond op die plek is vervuild en die grond wordt afgevoerd. Er komt nieuwe grond op en een heimachine slaat lange palen in de bodem. Een groot bord bij de ingang van het terrein geeft aan dat er nieuwe huizen gebouwd worden. De kinderen komen op weg naar school langs dit terrein en ze blijven er regelmatig even staan om naar de activiteiten te kijken. Het onderwerp komt ook aan de orde in de groep. De leraar en de kinderen besluiten er een project van te maken.

(...)

De volgende schrijfactiviteiten kunnen in het kader van dit project plaatsvinden:

  • de kinderen houden een draaiboek van de bouwactiviteiten bij;
  • ze schrijven een brief aan de gemeente met de vraag om informatie over het bestemmingsplan;
  • ze stellen vragen op voor een interview met de aannemer;
  • ze werken het interview uit in een verslag;
  • ze schrijven een artikel over het project voor de schoolkrant of de plaatselijke/regionale krant.

Bron: (2005). Taaldidaktyk foar de basisskoallen yn Fryslân. Leeuwarden: CEDIN.

Schrijven over Sinterklaas

Op basisschool De Blaak is Sinterklaas het thema voor verschillende functionele en betekenisvolle schrijfactiviteiten in de groepen. Zo maken/schrijven de kleuters een tekening of 'brief' voor de Sint, waarin ze iets van hem willen weten. Deze 'brief' wordt gepost in een speciale brievenbus die in de school staat. De kinderen in groep 7 beantwoorden deze 'brieven'. Ze vinden dit heel leuk om te doen en pakken deze taak serieus aan. Ze proberen zo goed mogelijk rekening te houden met hun doelgroep. Juffrouw Diny heeft een adviserende rol.

In groep 8 schrijven de kinderen een Sinterklaasverhaal, dat ze gaan voorlezen aan een kleine groep kleuters. Het schrijven gebeurt volgens drie fasen: plannen, schrijven en reviseren. Voordat de kinderen beginnen met schrijven, bedenken ze aan de hand van een verhaalschema de inhoud van het verhaal. De vragen in het verhaalschema bieden steun bij het plannen van de inhoud van het verhaal.

In de volgende fase schrijven de kinderen een eerste versie van het verhaal. Ze maken daarbij gebruik van de schrijfregels die juffrouw Diny met de groep heeft afgesproken. Deze schrijfregels hangen aan de muur, maar de kinderen hebben zelf ook een A4-tje waar de regels op staan.

(...)

Wanneer de oefenversies van de Sinterklaasverhalen klaar zijn, leggen de kinderen deze voor aan hun schrijfmaatje. Het schrijfmaatje geeft tips (adviezen) en tops (complimenten) over de opbouw, inhoud en de stijl van het verhaal.

Voorbeelden van tips zijn:

  • Er worden teveel dezelfde woorden gebruikt;
  • 'Kade' is een te moeilijk woord voor kleuters;
  • Ik vind het vreemd dat een duikpiet de rommel in het meertje opruimt en toevallig ook de sleutel tegenkomt.

Voorbeelden van tops zijn:

  • Het verhaal heeft een mooi einde;
  • Er gebeurt veel in het verhaal, spannend dat de sleutel van de pakjeskluis weg is;
  • Het verhaal heeft een goede inleiding, kern, slot.

Het werken met tips en tops is een routine geworden in deze groep, waardoor kinderen leren om elkaars verhalen kritisch te beoordelen. Zij geven de tips en tops de ene keer mondeling en de andere keer schriftelijk. Afspraak is: nooit een tip zonder een top.
Nadat het verhaal is gereviseerd, lezen de kinderen hun verhaal voor aan een groepje van zes kleuters.

Bron: Aarnoutse, C. en Verhoeven, L. (red.) (2003). Tussendoelen gevorderde geletterdheid. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.