Engels - kerndoel 13 - Groep 7 en 8 - Wat doet de leraar


De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.


Groep 7 en 8


Wat doet de leraar?

Bij CLIL

  • CLIL is uitgangspunt bij enkele vakken of activiteiten.
  • De leraar kiest vanuit kennis van CLIL, de daarbij behorende vakdidactiek en taalvaardigheid en vanuit de visie van de school bepaalde onderwerpen, vakken of activiteiten die in het Engels worden gegeven en die aansluiten bij de leeftijd en het niveau van de kinderen.
  • Zij geeft de lessen in het Engels en stimuleert de kinderen om in het Engels te reageren.

Bij (Versterkt) Eibo

  • De leraar geeft Engels vanuit een lespakket Engels of m.b.v. andere bronnen, gedurende 1 uur per week (Eibo) of meerdere uren per week (Versterkt Engels);
  • Vanuit haar kennis van en inzicht in de vakdidactiek voor (Versterkt) Eibo maakt de leraar een bewuste keuze uit de leerlijnen voor Engels, uit de methode, uit thema's of onderwerpen en uit bronnen.
    Zij maakt een weldoordachte en bewuste keuze uit het vakdidactisch repertoire en zij kiest verschillende en gevarieerde werkvormen voor de bovenbouw, zowel opdrachten, oefeningen, spellen en andere uitdagende opdrachten.
  • Bij Eibo gebruikt de leraar de doeltaal in de klas bij veel voorkomende instructies en spreekt de kinderen zo veel mogelijk in het Engels aan.
  • Zij gebruikt het luister- en leesmateriaal bij de methode en zoekt naar extra teksten, liedjes of actueel materiaal om een groter en afgestemd taalaanbod te kunnen realiseren.
  • Zij leert de kinderen luister- en leesstrategieën te gebruiken en stimuleert hen om deze toe te passen.
  • Zij stimuleert de kinderen bij alle activiteiten met als doel dat de kinderen succeservaringen beleven.

Bij een combinatie van CLIL en Eibo

  • Dit is een combinatie van lessen Engels (groepsleraar) en CLIL (near-native speaker, vakleraar).

Voor alle scenario's geldt:

  • De leraar houdt bij wat de vorderingen van de kinderen zijn.
  • Zij zorgt ervoor dat alle kinderen succeservaringen hebben.
  • Continuering van de doorlopende leerlijn van het kind staat centraal.
    De leraar heeft contact met de leraar in de vorige groep. Zij beoogt een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs en onderhoudt daartoe contact met het VO.
  • De leraar is bekend met het verschil tussen intensief en extensief lezen en weet wanneer ze welke vorm kan inzetten.
    Zij weet waar ze Engelstalige tijdschriften of leesboekjes voor de kinderen kan vinden en hoe ze deze kan gebruiken. Zij is zich bewust van de meerwaarde van 'kilometers maken' -extensief lezen - in het taalverwervingsproces.

Toelichting: Eibo

Eibo = 'Engels in het basisonderwijs'. Het is verplicht vanaf groep 7. Er wordt ca. een uur per week aan Engels besteed, in 1 keer of over meerdere dagen verspreid.

Vervroegd Eibo = Engels start eerder dan groep 7. Er wordt ca. een uur besteed aan Engels per week.

Versterkt Eibo = enkele uren per week Engels in groep 7 en 8, bijvoorbeeld met het oog op internationale uitwisseling.

Toelichting: Engelstalig

Engelstalig = iedere vorm van Engelstalig, dus niet alleen Britsengels.

Toelichting: Pre-productieve stadium

Pre-productieve stadium = nog niet zelf produceren van taal maar herkennen en naspreken, meezingen.

Early production = het nazeggen van vaak herhaalde woorden; vragen beantwoorden met yes of no; het uitvoeren van eenvoudige opdrachten.

Toelichting: Profiel vakleraar Engels

De leraar Engels voldoet aan het volgende profiel:

  • Zij is vakleraar (Engels) en zo mogelijk ook groepsleraar;
  • Zij is native of near-native English Speaking Teacher (EST);
    De native speaker heeft een goede beheersing van het Nederlands op niveau B1/B2 van het ERK en kennis van het Nederlandse schoolsysteem;
    De near-native leraar beheerst het Engels op C1/B2 van het ERK.
  • Zij gebruikt de doeltaal als voertaal in de klas;
  • Zij heeft een professionele houding;
  • Zij is bekend met vakdidactiek vreemdetaalverwerving van jonge kinderen, m.n. vvto;
  • Zij is bereid tot bij- en nascholing in taalvaardigheid en vakdidactiek;
  • Zij is bereid tot samenwerking en collegiale consultatie/intervisie met collega's;
  • Zij is in staat om te differentiëren.

Toelichting: (Near-)native speaker

Native speaker/English speaking teacher (EST) = een Engelstalige leraar (Engels als moedertaal).

Near-native speaker = een leraar die het Engels zeer goed beheerst en praktisch moedertaalspreker is van het Engels.

Toelichting: Early English

Early English = Engels vanaf groep 1.

Toelichting: TPR/Total Physical Response

TPR/Total Physical Response = het uitvoeren van opdrachten die worden gegeven (en/of voorgedaan) in de vriendelijk gebiedende wijs; bijvoorbeeld 'Stand up, toch your hair, touch your nose, sit down'.

Toelichting: Profiel groepsleraar Engels

De groepsleraar die Engels geeft, voldoet aan het volgende profiel:

  • Zij is geïnteresseerd in en gemotiveerd voor vvto;
  • Zij is bereid om bij- en na te scholen;
  • Zij is bereid en in staat om samen te werken met de Engelstalige leraar;
  • Zij is bereid tot intervisie en collegiale consultatie t.b.v. vvto;
  • Zij heeft een redelijke beheersing van het Engels (B1/B2 van het ERK).

Toelichting: Pre-productieve stadium en early production

Pre-productieve stadium = nog niet zelf produceren van taal maar herkennen en naspreken, meezingen.

Early production = het nazeggen van vaak herhaalde woorden; vragen beantwoorden met yes of no; het uitvoeren van eenvoudige opdrachten.

Toelichting: Vakdidactisch repertoire

Vakdidactisch repertoire = de specifieke didactiek, inclusief onderwerpen, werkvormen enz., passend bij het vakgebied voor deze leeftijdsgroep.

Toelichting: Luister- en leesstrategieën

Luister- en leesstrategieën voor de middenbouw = bijvoorbeeld de titel of een illustratie bekijken om te kunnen voorspellen waar het over zal gaan; n.a.v. richtvragen alleen bepaalde informatie uit een tekst halen.

Toelichting: Teacher Talk

Teacher Talk = het gebruik van de doeltaal als voertaal in de les door bijvoorbeeld het geven van instructies in het Engels.

Toelichting: Thema's en onderwerpen

(Eibo-)thema = een aantal onderwerpen die bij elkaar horen, bijvoorbeeld: naam, leeftijd, adres horen bij het Eibo-thema 'kennismaken met elkaar'.

Onderwerp = een deel van een Eibo-thema (persoonlijke gegevens), bijvoorbeeld: getallen (zeggen hoe oud je bent), adres (vragen/zeggen op welk adres iemand woont).

De Eibo-thema's zijn:

  • kennismaken met
  • wonen
  • vrijetijdsbesteding en hobby's
  • eten en drinken
  • tijdsaanduiding
  • beschrijven van personen
  • op straat
  • in de winkel
  • in de klas
  • feesten
  • het weer

De inhoud van de meeste thema's wordt in groep 5 t/m 8 uitgebouwd.
Bijvoorbeeld bij het thema 'wonen':

  • in groep 5 het woonadres;
  • in groep 6 het huis met de vertrekken;
  • in groep 7 landen en nationaliteiten;
  • in groep 8 de inrichting van je kamer en de regio waarin je woont (north, west, etc.).

Nb. De thema's en/of onderwerpen worden in elke groep op een eigen niveau aangeboden en verwerkt. Ook zijn er onderwerpen die alleen in groep 7 en 8 aan de orde komen.

Toelichting: Extensief en intensief lezen

Extensief lezen = het lezen van (grotere) teksten waarbij de lezer niet ieder woorden hoeft te weten of te begrijpen, zoals bij het lezen van een boekje of een bladzijde uit een tijdschrift.

Intensief lezen = het lezen van korte teksten waarbij de lezer (bijna) ieder woord begrijpt.

Toelichting: Vvto

Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) = Engels vanaf groep 1 of eerder: geen lesjes Engels maar een aantal dagelijkse activiteiten wordt in het Engels aangeboden.

Toelichting: Leesaanbod

  • Het gaat om informatie betreffende henzelf, hun familie en directe concrete omgeving;
  • De teksten zijn eenvoudig en helder van structuur;
  • De indeling en afbeelding bij de tekst geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst;
  • Het taalgebruik is zeer eenvoudig;
  • Het betreft bijvoorbeeld advertenties, menu's en dienstregelingen of korte, eenvoudige, persoonlijke brieven;
  • De woorden zijn kort en hoogfrequent, bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal vocabulaire.

Toelichting: Luistervaardigheid

  • Het gaat om informatie betreffende de kinderen zelf, hun familie en directe concrete omgeving;
  • De teksten zijn relatief kort;
  • Het taalgebruik is zeer eenvoudig;
  • De zinnen zijn gescheiden door pauzes;
  • De spreker spreekt zorgvuldig, langzaam en duidelijk.