Bewegingsonderwijs - zwaaien - Toelichting en verantwoording


leerlijn: zwaaien


Het onderdeel zwaaien bij dit kerndoel bestaat uit drie bewegingsthema's: schommelen, hangend zwaaien en steunend zwaaien.
Schommelen is de bekendste activiteit en steunend zwaaien wordt slechts beperkt uitgewerkt.
Bij zwaaien gaat het om allerlei activiteiten waarbij iemand aan een zwaaitoestel veel zwaai probeert te krijgen of de zwaai probeert te onderhouden.


Toelichting: Schommelen

Meebewegen in zit of stand op een schommeltoestel om de zwaai te vergroten of te onderhouden.

Toelichting: Hangend zwaaien

Meebewegen aan een zwaaiend toestel om de zwaai te vergroten of te onderhouden.

Toelichting: Steunend zwaaien

Komen tot steun op een zwaaiend toestel om de zwaai te vergroten of te onderhouden.

Toelichting: Schommelen op een touw

Vanaf een bank op een knoop in het touw gaan zitten en een paar keer heen en weer zwaaien.

Toelichting: Touwzwaaien in zit vanaf verhoogd vlak en landen op hetzelfde vlak

Vanaf twee banken op een knoop in het touw springen en enkele keren heen en weer zwaaien en terug op de kast proberen te komen.

Toelichting: Staand of in zit touwzwaaien vanaf verhoging met landing op mat met halve draai

Vanaf een kast (ongeveer 80 cm hoog) op de knoop in het touw springen en na twee zwaaien met een halve draai landen op de mat.

Toelichting: Synchroon zwaaien

Met z'n tweeën tegelijkertijd op de knoop in het touw springen en tien keer heen en weer zwaaien met halve draaien.