De balans tussen online en offline
“Lezen, kijken, luisteren, spelen en doen mét en zonder scherm, binnen én buiten.” – Denise Bontje
Door: Fleur de Jong, stagiaire afdeling primair onderwijs.
Het afgelopen decennium is het gebruik van digitale apparaten en toepassingen sterk gegroeid onder alle bevolkingsgroepen. Ook de allerjongsten onder ons komen steeds meer en vaker in aanraking met de digitale wereld. Er staat een muziekje aan in huis, op televisie worden favoriete programma’s bekeken en ook de iPad wordt steeds vaker onderdeel van het dagelijks leven om filmpjes te kijken of een spelletje te spelen. In al deze voorbeelden komt vooral de ontspanning naar voren. Het gebruik van digitale middelen speelt een rol in onze vrije tijd.
Maar media is meer dan alleen digitaal! Ja zeker, ook de ‘ouderwetse’ krant is een medium en de oh zo heerlijke voorleesboeken zijn voor de kleintjes de eerste kennismaking met media. Maar wanneer het tegenwoordig gaat om digitale geletterdheid worden deze ‘ouderwetse’ vormen van media al snel over het hoofd gezien. Waarom? Geen idee, maar ik denk dat het iets te maken heeft met het horen van het woord ‘digitaal’. Ook wordt vaak het kijken van televisie snel gezien als een digitale activiteit. Maar toch is het televisie kijken zelf geen digitale vaardigheid. Nee, het aanzetten van de televisie behoort hier mogelijk nog wel toe maar het televisie kijken zelf is geen doel. Wél kan het kijken van televisie gezien worden als middel om te werken aan andere doelen.
Uit een filmpje kunnen we informatie halen maar ook wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Dus dat digitale apparaat wat op zich geen doel is kan wel een goed middel zijn om de brede ontwikkeling te stimuleren. Maar.. ik hoor je denken, dat is toch weer digitaal? Klopt. Maar er kan ook zeker analoog aan digitale geletterdheid (en stiekem de brede ontwikkeling) gewerkt worden.
Hoe dan? Nou heel simpel.
Zet bijvoorbeeld een speurtocht uit en laat de kinderen de route volgen. Het opvolgen van taken is de eerste voorbereidende stap naar computational thinking van digitale geletterdheid. Voor de kleinsten onder ons is dit het sorteren van blokjes op bijvoorbeeld kleur of grootte. Simpel, ik zei het toch!?
Wil je in de praktijk nu wel gebruik maken van de talloze digitale mogelijkheden die er zijn maar hierin een goede balans vinden? Ik zou zeggen, combineer het dan! Weet je wat? Ik geef nog eens een voorbeeld.
Stel je voor; je werkt op een kinderdagverblijf of misschien op een basisschool. De lente breekt aan en de vogeltjes fluiten weer. Samen met de kinderen ga je naar buiten om te kijken of er vogels te ontdekken zijn én welke dit dan zijn. Maar er zijn zoveel vogels en we weten misschien niet precies welke vogel het is. Daar komen de informatievaardigheden om de hoek kijken. Ja ik hoor je al denken, onderdeel van digitale geletterdheid. Bingo! Afhankelijk van de leeftijd neem je als pedagogisch medewerker of leerkracht meer de leiding. Ontdek samen waar je nu op zoek kan gaan naar informatie over de vogels die er ontdekt zijn buiten. Een boek zoals een vogelencyclopedie is een optie maar we kunnen het ook op zoeken op het internet. Zie je? Op deze manier is er een mooie balans tussen het offline spelen en de online mogelijkheden gebruiken om de benodigde informatie te vinden!
Als afsluiting kan je nu de kinderen een creatieve opdracht geven om de vogel na te maken, denk aan een tekening maar dit kan eventueel ook op de computer voor de oudere kinderen!
Zo zien we maar weer, om digitaal geletterd te worden hoeven we niet de hele dag achter een schermpje te vertoeven. Het gaat dus allemaal om de balans tussen lezen, kijken, luisteren, spelen en doen zowel mét en zonder scherm, binnen en buiten. Ga genieten, ga ontdekken, ga doen!