Loopbaanoriëntatie en -begeleiding

7 oktober 2025


Zowel in de preambule (Leren reflecteren op de toekomst) als in het examenprogramma (Oriëntatie op leren en werken) zijn doelen opgenomen die de beroeps- en opleidingskeuze van leerlingen ondersteunen. Dit stelt scholen voor de vraag hoe zij - ook vanuit de algemeen vormende vakken - de doelen voor loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling kunnen helpen realiseren.

De visie op loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling (LOB) is de afgelopen jaren veranderd. Lag vroeger de nadruk op 'kiezen' en het maken van de juiste (eenmalige) keuze, tegenwoordig ligt het accent op 'leren kiezen' en het keuzeproces leren doorgronden. Het onderwijs bereidt zijn leerlingen voor op een dynamische en veranderlijke arbeidsmarkt waarin toekomstige werknemers keuzes zullen moeten (blijven) maken voor werk en scholing. Dat vraagt leerlingen die op systematische wijze om hebben leren gaan met loopbaancompetenties. Daarvan worden er vijf onderscheiden. Zij zijn - naast LOB - in het vernieuwde vmbo verplicht.

  1. Kwaliteitenreflectie: Wat kan ik het beste en waar leid ik dat uit af?
  2. Motievenreflectie: Waar ga en sta ik voor en waarom?
  3. Werkexploratie: Welk werk past het beste bij mij en waarom?
  4. Loopbaansturing: Hoe krijg ik desgewenst meer kans op werk dat bij mij past?
  5. Netwerken: Wie kan mij waarmee helpen om mijn ambities te verwezenlijken?

Concreet betekent het dat leerlingen in het vak of vakoverstijgend gestimuleerd worden te oefenen met het maken van loopbaankeuzes. Dat kan door hun situaties te bieden waarin zij gestimuleerd worden te oefenen met het maken van loopbaankeuzes. Die situaties kunnen binnen maar ook buiten school gecreëerd worden én binnen en buiten het curriculum. Leerlingen leren reflecteren op de eigen kwaliteiten en motieven, het eigen handelen en de opgedane ervaringen. Ze doen dit bij voorkeur op een gevarieerde wijze. In onderstaande LOB-disk is dit gevisualiseerd.

LOB-disk

De LOB-disk is een hulpmiddel:

  • om op school, met de decaan of de LOB-coördinator het gesprek te kunnen voeren over het beleid en de praktijk;
  • om samen te kunnen werken aan de optimalisering van LOB;
  • bij de inhoudelijke en praktische concretisering van LOB (wat en hoe);
  • bij de bepaling (en spreiding) van LOB-lesactiviteiten.

Loopbaancompetenties

Wat betreft de loopbaancompetenties kunnen de volgende vragen gesteld/behandeld worden:

Mogelijke vragen tijdens een loopbaangesprek
Competentie Vragen (voor leerling en begeleider)
Kwaliteitenreflectie

Wie ben ik?

Wat kan ik?

Motievenreflectie

Wat wil ik?

Wat drijft mij?

Wat past bij mij?

Werkexploratie

Wat kun je vertellen over het werk/beroep als het gaat om:

  • werkbelasting en werktijden
  • inkomsten en status
  • dromen en werkelijkheid
  • dagelijkse bezigheden en dilemma's
Loopbaansturing

Wat betekent datgene wat ik geleerd heb voor mijn loopbaankeuze?

Welke volgende stap moet ik nu zetten?

Netwerken

Welke contacten heb ik?

Welke nieuwe contacten wil ik maken?

Hoe leg ik contacten?

Waarvoor wil ik bepaalde contacten gebruiken?

Meer informatie is te vinden op Leergang LOB en in het document 'Praktijknabije loopbaanorientatie werkt' (pdf, 1.2 MB).​​

Voorbeelden van loopbaanoriëntatie

  • mondelinge, visuele en/of schriftelijke presentaties van de (snuffel)stage, meeloopdagen en beroepenbeurzen, zoals Spots on Jobs, On Stage, Studie Experience;
  • het schrijven van een sectorwerkstuk, een sollicitatiebrief en een cv;
  • het houden van een elevator pitch (korte presentatie van jezelf in zestig seconden);
  • een simulatie van een sollicitatieprocedure met iemand uit de beroepspraktijk, waarbij meerdere leerlingen 'op gesprek' gaan en de beroepsbeoefenaar een terugkoppeling geeft wie hij zou hebben 'aangenomen' en waarom;
  • een meeloopdag op het mbo, waarbij leerlingen lessen volgen, en leerlingen en docenten interviewen en de informatie delen met klasgenoten tijdens presentaties en klassengesprekken;
  • een bedrijf of instelling bezoeken en daar gesprekken voeren met (aanstaande) beroepsbeoefenaren;
  • leerlingen gastsprekers uit de beroepspraktijk laten uitnodigen voor een gastles (schriftelijk) en deze les laten voorbereiden door discussievragen/ interviewvragen op te laten stellen.