Rapportage

1 februari 2024

Beroepsbeoefenaren (leerlingen) moeten vaak rapporteren over uitgevoerde werkzaamheden, aan collega's of leidinggevenden. Ook moeten zij soms zaken rapporteren die zich afspelen tussen beroepsbeoefenaar en klant. Zo moeten ze bij klachten of problemen zelf optreden en dit vervolgens rapporteren, of op tijd een leidinggevende inschakelen.

Een informatief gesprek waarin gerapporteerd wordt aan collega's of leidinggevenden heeft over het algemeen de structuur van een Verslag:
identificatie -> gebeurtenissen/feiten

Schema verslag
Verslag Kenmerkende opbouw van een rapportage
Opening Een van de gespreksdeelnemers opent het gesprek, bijvoorbeeld met een groet.
Identificatie 1. Waarover wordt gerapporteerd, over welke gebeurtenis of welk probleem?
Gebeurtenissen/feiten 2. Wat is er gebeurd, wie heeft wat gedaan? Wat zijn de feiten die zijn waargenomen?
Afsluiten Het gesprek wordt beëindigd met een (vaak korte) afsluitende opmerking en groet. Eventueel wordt verwezen naar het vervolg van de werkzaamheden en/of een volgend overleg.