Zoeken
verfijn de resultaten
Verslag van een tweejarig pilotproject dat tot doel had het examenprogramma economie, zoals door de commissie Teulings geadviseerd, te evalueren. Het doel van de pilot was het beantwoorden van de vraag of dit examenprogramma toetsbaar, haalbaar en onderwijsbaar is. De algemene conclusie die getrokken kan worden, is dat het examenprogramma op elk van bovengenoemde punten positief scoort. Pilotdocenten bleken goed instaat om een aantrekkelijk, afwisselend en uitdagend onderwijsaanbod te creëren en een passend en haalbaar schoolexamen samen te stellen.
Deze handreiking voor het schoolexamen hoort bij de vernieuwing die in 2007 is ingegaan in de tweede fase van het vo. Daarbij zijn de examenprogramma's voor alle vakken geglobaliseerd en zijn scholen vrij hun schoolexamen binnen de wettelijke kaders naar eigen inzicht in te richten. Aan de orde komen de positie van het vak, overeenkomsten en verschillen tussen het havo- en het vwo-programma en de verdeling van de leerstof over het CE en het SE. Daarna worden de eindtermen toegelicht en worden suggesties gedaan voor de weging van de verschillende toetsen. Tenslotte wordt ingegaan op afstemmingsmogelijkheden met andere vakken in de tweede fase, en wordt besproken welke mogelijkheden scholen vanaf 2007 hebben om eigen onderdelen toe te voegen aan de onderdelen die in het schoolexamen wettelijk voorgeschreven zijn.
Formatief evalueren is een didactische aanpak waarbij de leraar met de leerlingen leerdoelen en succescriteria verhelderen, achterhalen waar de leerlingen staan ten opzichte van deze doelen en nagaan hoe zij een gewenste situatie bereiken. Door middel van literatuuronderzoek en de analyse van een drietal praktijkvoorbeelden in het voortgezet onderwijs wordt uiteengezet hoe formatief evalueren effectief in de klas kan worden vormgegeven. Daarbij ligt de focus vooral op de eerste fase, het verhelderen van leerdoelen en succescriteria.
Het vernieuwde schoolexamenprogramma Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) havo/vwo is in het schooljaar 2017-2018 gestart voor alle vierdeklassers havo en vwo. Aanleiding voor dit monitorrapport is zicht te krijgen op hoe de beoogde verandering in het examenprogramma CKV in de dagelijkse lespraktijk door docenten en leerlingen wordt vormgegeven (uitgevoerd) en ervaren. Hoe kunnen leerlingen door het vak CKV een cultureel groeiproces doormaken (wat gebeurt er daadwerkelijk met het beoogde examenprogramma) en hoe begeleiden en bewaken hun docenten CKV dit proces? Daarnaast is onderzocht waar docenten (en hun leerlingen) met betrekking tot dit nieuwe examenprogramma tevreden over zijn en/of waar ze (nog) eventuele knelpunten ervaren. Andere monitorvragen gaan in op hoe docenten CKV zich hebben voorbereid op de invoering.
SLO monitort de invoering van de nieuwe wiskunde-examenprogramma's voor havo en vwo die in het schooljaar 2015-2016 zijn ingevoerd in klas 4 van havo en vwo. Dit rapport geeft de resultaten van de eindmeting onder docenten en leerlingen betreffende het vernieuwde wiskunde A vwo. Deze eindmeting vond plaats in het voorjaar van 2018 en bestond uit een vragenlijstonderzoek onder docenten en leerlingen uit vwo 5 (tweede cohort) en vwo 6 (eerste cohort). Onderwerpen die daarin aan de orde kwamen zijn achtergrondkenmerken van docenten en leerlingen, de onderwijspraktijk (wat doen docenten) en onderwijsbaarheid, toetsbaarheid en haalbaarheid (wat vinden docenten). Daarnaast zijn in 2018 interviews afgenomen met docenten en leerlingen van vier scholen ter verdieping van het vragenlijstonderzoek.
SLO monitort de invoering van de nieuwe wiskunde-examenprogramma's voor havo en vwo die in het schooljaar 2015-2016 zijn ingevoerd in klas 4 van havo en vwo. Dit rapport geeft de resultaten van de eindmeting onder docenten en leerlingen betreffende het vernieuwde wiskunde B vwo. Deze eindmeting vond plaats in het voorjaar van 2018 en bestond uit een vragenlijstonderzoek onder docenten en leerlingen uit vwo 5 (tweede cohort) en vwo 6 (eerste cohort). Onderwerpen die daarin aan de orde kwamen zijn achtergrondkenmerken van docenten en leerlingen, de onderwijspraktijk (wat doen docenten) en onderwijsbaarheid, toetsbaarheid en haalbaarheid (wat vinden docenten). Daarnaast zijn in 2018 interviews afgenomen met docenten en leerlingen van vier scholen ter verdieping van het vragenlijstonderzoek.
Tijdens het leerproces in de klas is volop interactie tussen docent en leerlingen. De docent ontdekt onjuiste antwoorden van zijn leerlingen en reageert daarop. Toch blijven veel problemen verborgen tot het moment dat de summatieve toets wordt afgenomen. Dat is jammer, want er zijn veel mogelijkheden om gedurende de les in enkele minuten begrips- en andere leerproblemen op te sporen én er onmiddellijk en adequaat op te reageren. In deze publicatie wordt aan de hand van concrete voorbeelden getoond hoe docenten misconcepties van leerlingen snel kunnen signaleren aan de hand van concept checks.
In het schooljaar 2018/2019 zijn de vernieuwde examenprogramma's voor bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid (hierna te noemen bedrijfseconomie) ingevoerd. Het nieuwe vak bedrijfseconomie (BE) vervangt het examenvak management en organisatie. In dit rapport wordt in de breedte gekeken naar de ervaringen en meningen van docenten met betrekking tot (de invoering van) dit programma, maar ook specifiek naar de voornaamste programmatische veranderingen. Deze veranderingen richtten zich op het meer centraal stellen van de belevingswereld van de leerling en het komen tot een grotere samenhang tussen de diverse domeinen van het examenprogramma.