Zoeken
verfijn de resultaten
Pre-productieve stadium = nog niet zelf produceren van taal maar herkennen en naspreken, meezingen.
Early production = het nazeggen van vaak herhaalde woorden; vragen beantwoorden met yes of no; het uitvoeren van eenvoudige opdrachten.
Vakdidactisch repertoire = de specifieke didactiek, inclusief onderwerpen, werkvormen enz., passend bij het vakgebied voor deze leeftijdsgroep.
Luister- en leesstrategieën voor de middenbouw = bijvoorbeeld de titel of een illustratie bekijken om te kunnen voorspellen waar het over zal gaan; n.a.v. richtvragen alleen bepaalde informatie uit een tekst halen.
Teacher Talk = het gebruik van de doeltaal als voertaal in de les door bijvoorbeeld het geven van instructies in het Engels.
(Eibo-)thema = een aantal onderwerpen die bij elkaar horen, bijvoorbeeld: naam, leeftijd, adres horen bij het Eibo-thema 'kennismaken met elkaar'.
Onderwerp = een deel van een Eibo-thema (persoonlijke gegevens), bijvoorbeeld: getallen (zeggen hoe oud je bent), adres (vragen/zeggen op welk adres iemand woont).
De Eibo-thema's zijn:
- kennismaken met
- wonen
- vrijetijdsbesteding en hobby's
- eten en drinken
- tijdsaanduiding
- beschrijven van personen
- op straat
- in de winkel
- in de klas
- feesten
- het weer
De inhoud van de meeste thema's wordt in groep 5 t/m 8 uitgebouwd.
Bijvoorbeeld bij het thema 'wonen':
- in groep 5 het woonadres;
- in groep 6 het huis met de vertrekken;
- in groep 7 landen en nationaliteiten;
- in groep 8 de inrichting van je kamer en de regio waarin je woont (north, west, etc.).
Nb. De thema's en/of onderwerpen worden in elke groep op een eigen niveau aangeboden en verwerkt. Ook zijn er onderwerpen die alleen in groep 7 en 8 aan de orde komen.
Extensief lezen = het lezen van (grotere) teksten waarbij de lezer niet ieder woorden hoeft te weten of te begrijpen, zoals bij het lezen van een boekje of een bladzijde uit een tijdschrift.
Intensief lezen = het lezen van korte teksten waarbij de lezer (bijna) ieder woord begrijpt.
- Het gaat om informatie betreffende de kinderen zelf, hun familie en directe concrete omgeving;
- De teksten zijn relatief kort;
- Het taalgebruik is zeer eenvoudig;
- De zinnen zijn gescheiden door pauzes;
- De spreker spreekt zorgvuldig, langzaam en duidelijk.
- Het gaat om informatie betreffende henzelf, hun familie en directe concrete omgeving;
- De teksten zijn eenvoudig en helder van structuur;
- De indeling en afbeelding bij de tekst geeft visuele ondersteuning bij het begrijpen van de tekst;
- Het taalgebruik is zeer eenvoudig;
- Het betreft bijvoorbeeld advertenties, menu's en dienstregelingen of korte, eenvoudige, persoonlijke brieven;
- De woorden zijn kort en hoogfrequent, bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal vocabulaire.