Zoeken
verfijn de resultaten
De aansluiting tussen vwo en wo is nog steeds voor verbetering vatbaar. Het wo zet zich daarvoor in door intensievere en meer interactieve studievoorlichting, het vwo door meer academische vorming. De mogelijkheden die vwo-scholen hierbij hebben worden samengevat in de term wetenschapsoriëntatie. Voor een groot aantal vakken in het voortgezet onderwijs is een analyse gemaakt die de relatie tussen dat vak en wetenschapsoriëntatie laat zien. In deze publicatie betreft dat het vak aardrijkskunde.
In 2007 werd een nieuw examenprogramma geschiedenis ingevoerd, maar het centraal examen had nog steeds betrekking op twee thema’s. Aan deze situatie kwam in 2015 een einde toen het centraal examen voor het eerst betrekking had op oriëntatiekennis van de tien tijdvakken, zoals bedoeld in het examenprogramma van 2007. In 2013 kreeg SLO van het ministerie van OCW opdracht in de periode 2013 - 2015 na te gaan op welke wijze docenten vorm geven aan het examenprogramma geschiedenis. Dit onderzoek is het derde in een reeks van vijf onderzoeken naar ervaringen van docenten en leerlingen met het nieuwe centraal examen voor havo en vwo.
Maatschappijwetenschappen: hoofdconcepten en kernconcepten: voorbeeld lesmateriaal havo, tweede druk
Deze handreiking voor het schoolexamen hoort bij de vernieuwing die in 2007 is ingegaan in de tweede fase van het vo. Daarbij zijn de examenprogramma's voor alle vakken geglobaliseerd en zijn scholen vrij hun schoolexamen binnen de wettelijke kaders naar eigen inzicht in te richten. Aan de orde komen de positie van het vak, overeenkomsten en verschillen tussen het havo- en het vwo-programma en de verdeling van de leerstof over het centraal en het schoolexamen. Daarna worden de eindtermen toegelicht en worden suggesties gedaan voor de weging van de verschillende toetsen. Tenslotte wordt ingegaan op afstemmingsmogelijkheden met andere vakken in de tweede fase, en wordt besproken welke mogelijkheden scholen vanaf 2007 hebben om eigen onderdelen toe te voegen aan de onderdelen die in het schoolexamen wettelijk voorgeschreven zijn.
Gebruikers van digitaal lesmateriaal hebben vinden het vaak moeilijk om te bepalen hoe en wanneer ze dat materiaal moeten inzetten. De keuze wordt bemoeilijkt door de grote hoeveelheid digitale leermiddelen die wordt aangeboden. Een juiste selectie is echter van belang om samenhang binnen en tussen vakken en aansluiting op vervolgonderwijs te bevorderen. Leerlijnen kunnen dit keuzeproces ondersteunen. Dit rapport gaat in op een definitie van leerlijnen waarin verschillende kenmerken van het begrip 'leerlijn' worden beschreven. Vervolgens wordt een aantal voorbeelden van leerlijnen gegeven om inzicht te krijgen in de variatie aan mogelijkheden. Op basis van een analyse van de voorbeelden wordt een ontwerpmodel voor het uitwerken van leerlijnen beschreven.