Zoeken
verfijn de resultaten
aantal resultaten: 126
In 2009 is het vernieuwde examenprogramma maatschappijwetenschappen opgeleverd aan de minister van OCW. In het schooljaar 2011-2012 zijn acht pilotscholen in vwo 4 gestart met het nieuwe programma. In de eindevaluatie van de pilot is onderzocht in hoeverre de beoogde vakvernieuwing maatschappijwetenschappen voor vwo in een haalbaar, uitvoerbaar en toetsbaar leerplan resulteert. Op basis van de deel- en eindconclusies is een aantal aanbevelingen voor doorontwikkeling geformuleerd. De aanbevelingen zijn geordend aan de hand van het curriculaire spinnenweb, en hebben betrekking op visie, leerdoelen en -inhouden, leeractiviteiten, docentrollen, bronnen en materialen, groeperingsvorm en toetsing.
12 februari 2015
Met ingang van 2015 komt er een eind aan de tijdelijke afwijking die eruit bestond dat het centraal examen geschiedenis betrekking had op domein A en C. Vanaf 2015 heeft het centraal examen betrekking op domein A en B, dus op Historische vaardigheden en Oriëntatiekennis van de tien tijdvakken. Om de implementatie van dit nieuwe centraal examen te monitoren heeft SLO onderzocht op welke wijze docenten vorm geven aan het examenprogramma, welke keuzes zij maken met betrekking tot de leerstofordening en het PTA. Ook is onderzocht in hoeverre docenten en leerlingen tevreden zijn over het nieuwe programma en welke knelpunten zij ervaren.
12 februari 2015
In 2009 is het vernieuwde examenprogramma maatschappijwetenschappen opgeleverd aan de minister van OCW. In het schooljaar 2011-2012 zijn acht havopilotscholen gestart met het nieuwe programma in het vierde leerjaar havo. In de eindevaluatie van de pilot is onderzocht in hoeverre de beoogde vakvernieuwing maatschappijwetenschappen voor havo in een haalbaar, uitvoerbaar en toetsbaar leerplan resulteert. Op basis van de deel- en eindconclusies is een aantal aanbevelingen voor doorontwikkeling geformuleerd. De aanbevelingen zijn geordend aan de hand van het curriculaire spinnenweb, en hebben betrekking op visie, leerdoelen en -inhouden, leeractiviteiten, docentrollen, bronnen en materialen, groeperingsvorm en toetsing.
12 februari 2015
De Curriculummonitor wil een breed beeld geven van de stand van zaken en de knelpunten rond het curriculum zoals ervaren in de onderwijspraktijk (meso- en microniveau) in de context van landelijk onderwijsbeleid (macroniveau). Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld in hoeverre schoolleiders en leraren houvast én ruimte ervaren om op basis van de landelijke leerplankaders en (voorbeeld)uitwerkingen vorm te geven aan het uitgevoerde curriculum. Met deze Curriculummonitor wordt een eerste stap gezet om systematisch informatie te verzamelen betreffende het uitgevoerde curriculum in het primair en voortgezet onderwijs. De focus is niet vakspecifiek, maar vakoverstijgend, gericht op actuele inhoudelijke thema's. Waar dat relevant is, worden wel voorbeeldmatig verschillen tussen vakken weergegeven. De thema's worden in de inleiding bij elk hoofdstuk kort toegelicht. Het is de bedoeling de Curriculummonitor elke twee jaar af te nemen om ontwikkelingen in beeld te kunnen brengen en beleidskeuzes te voeden.
9 april 2015
In het kader van het project Monitoring invoering geschiedenis havo/vwo heeft SLO onderzoek gedaan naar opvattingen van leerlingen over verschillende aspecten van het schoolvak. Deze publicatie doet verslag van de vraag of leerlingen goed voorbereid zijn op het school- en centraal examen, hoe zij denken over het vak geschiedenis en het nut daarvan, wat zij vinden van de tien tijdvakken en van de historische contexten.
9 april 2015
Voor de zesde keer brengt SLO, nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling, de Leermiddelenmonitor uit. Het leermiddelenonderzoek is dit jaar voor het eerst uitgevoerd in samenwerking met Kennisnet. Tot nu toe publiceerden SLO en Kennisnet elk een eigen monitor, waarbij Kennisnet (Vier in Balans) zich met name richtte op de inzet van digitale leermiddelen en ICT. Redenen voor samenwerking zijn vooral het stimuleren van een eenduidige presentatie van de onderzoeksresultaten en het beperken van de bevragingslast onder leraren en leidinggevenden. Nu beide instellingen de handen ineen hebben geslagen, zullen ze om de beurt een jaarlijks rapport openbaar maken, waarbij er afspraken zijn gemaakt over een vaste basisset van zo’n twintig vragen en over gebruikte definities.Naast de Leermiddelenmonitor verschijnt een brochure met de voornaamste resultaten uit het onderzoek.
9 april 2015
Aanleiding voor de publicatie is de aanpassing in de kerndoelen in 2012 waarmee aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit verplicht werd in het landelijk aanbod voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. Doel van dit rapport is het in kaart brengen van de mate waarin en de wijze waarop seksuele diversiteit in leermiddelen voorkomt en om de discussie over de inbedding van seksualiteit en seksuele diversiteit in leermiddelen te voeden. Daartoe zijn achttien leermiddelen geanalyseerd.
Toelichting
Scholen zijn verplicht aandacht te besteden aan de inhouden van kerndoel 38 (po) en kerndoel 43 (vo) maar mogen zelf kiezen welke leerlijnen en tussendoelen per bouw zij formuleren. Dit leerplankader is een voorbeeldmatige, niet verplichte, uitwerking die scholen kunnen gebruiken om hun onderwijs vorm te geven. Dit leerplankader is tussen 2015 en 2017 ontwikkeld en onder andere afgestemd met Rutgers, expertisecentrum seksualiteit, en met leraren.
9 april 2015
De resultaten van PISA in de periode 2003-2009 laten een dalende lijn zien - zowel absoluut (gemiddelde scores) als relatief (positie op de internationale ranglijst) - in prestaties van Nederlandse leerlingen voor wiskunde en deels ook voor leesvaardigheid en natuurwetenschappen. Naar aanleiding hiervan heeft de directie Voortgezet Onderwijs van OCW SLO gevraagd een analyse van de PISA-uitkomsten uit te voeren waarin deze daling vanuit leerplankundig perspectief verklaard wordt. Bij deze analyse is als kapstok gehanteerd de indeling in leerplankundige verschijningsvormen: beoogd, uitgevoerd en bereikt curriculum. Met name ging het daarbij om de vraag hoe dat wat gevraagd en getoetst wordt bij PISA zich verhoudt tot de kerndoelen, de meest gebruikte methoden en de lespraktijk op basis van die methoden. Daarbij is niet alleen gekeken naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar naar de hele fase van het funderend onderwijs (4 - 15) en daarnaast ook naar de tweede fase.
21 april 2010
Doel van de trendanalyse voor bewegingsonderwijs en sport is het in kaart brengen van de belangrijkste trends en opmerkelijke ontwikkelingen binnen dit leergebied in alle sectoren van het onderwijs. Daarbij past SLO een zogenaamde BUG-systematiek toe, dit betekent dat het curriculum wordt geanalyseerd volgens de driedeling Beoogd, Uitgevoerd en Gerealiseerd. Richtinggevende vragen daarbij zijn: welke patronen en opvallende discrepanties tussen beoogd-uitgevoerd-gerealiseerd zijn zichtbaar? Welke ruimte hebben, ervaren en nemen scholen en leraren bij de vormgeving van hun onderwijs? Wat moet, mag en kan? Waar liggen aanknopingspunten en uitdagingen voor verbetering? De analyse richt zich op leerplanontwikkelaars, lerarenopleiders, beleidsmakers, directies en onderzoekers rondom bewegingsonderwijs en sport.
13 mei 2015
Schrijven in het basisonderwijs opnieuw onderzocht rapporteert over het onderzoek naar het schrijfonderwijs van 2004 tot 2014 waarbij wordt nagegaan wat wel en niet bekend is over het onderwijs in dit domein. Achtereenvolgens komen onderzoeken aan de orde die gericht zijn op: doelstellingen, beginsituatie van de leerling, onderwijsleermateriaal, onderwijsleeractiviteiten, instrumentatie- en evaluatieonderzoek.
19 mei 2015