Zoeken
verfijn de resultaten
Alles om ons heen is landschap. Een veel gehanteerde tweedeling is:
Natuurlandschap:
een landschap dat (vooral) gevormd is door processen in de natuur, bijvoorbeeld een rivierenlandschap, een hooggebergtelandschap. Het enige (nog echte, zegt men), natuurlandschap in Nederland is het waddenlandschap.
Cultuurlandschap:
een landschap dat gevormd is door ingrijpen van de mens, bijvoorbeeld een stads-/dorpslandschap, een droogmakerij/IJsselmeerpolder, ingedijkt land, enzovoort.
Eigenlijk is er in Nederland altijd sprake van een combinatie van beiden, bijvoorbeeld een es- en brinkdorplandschap op een stuwwallenlandschap of een polder (landschap) op een veen- of zeekleilandschap.
Binnen tekenen en handvaardigheid wordt ook aandacht besteed aan beeldende kunst. De aandacht voor dit onderwerp verandert in de loop van de jaren. Zo worden binnen een thema dieren in de onderbouw ook afbeeldingen van dieren in beeldende kunst getoond, terwijl in de bovenbouw het onderwerp 'dieren in de beeldende kunst' expliciet aan de orde kan komen.
De kaart die mensen in hun hoofd hebben van hun eigen omgeving, van Nederland, Europa en de wereld. Bijvoorbeeld de mental map van Nederland: uit je hoofd een beschrijving kunnen geven van:
- waar de provincies liggen;
- welke belangrijke steden je (successievelijk) passeert als je met de trein van Groningen naar den Haag rijdt;
- welke provincies grenzen aan Duitsland en aan België;
- waar de meeste droogmakerijen voorkomen;
- waar je de meeste kans hebt op gebieden met reliëf;
- welke borden je moet volgen als je vanuit Utrecht met de auto naar Meppel moet;
- enzovoort.
Experimenteren is een manier van werken waarbij kinderen alle vrijheid hebben in het zoeken naar de juiste middelen (materialen, instrumenten, attributen) om de gewenste resultaten te bereiken. Het is in een aantal gevallen wel vaak verstandig om kinderen juist te beperken in de hoeveelheid middelen omdat juist deze beperking eerder tot resultaten leidt dan de totale vrijheid in keuze.
Rijke beelden zijn beelden waar veel aan te zien is en die bij kinderen verwondering opwekken. Het kunnen afbeeldingen zijn uit een prentenboek, maar ook reproducties van kunstwerken. Belangrijk is dat de beelden regelmatig vernieuwd worden.
Binnen tekenen en handvaardigheid wordt ook aandacht besteed aan beeldende kunst. De aandacht voor dit onderwerp verandert in de loop van de jaren. Zo worden binnen een thema dieren in de onderbouw ook afbeeldingen van dieren in beeldende kunst getoond, terwijl in de bovenbouw het onderwerp 'dieren in de beeldende kunst' expliciet aan de orde kan komen.
Binnen tekenen en handvaardigheid wordt ook aandacht besteed aan beeldende kunst. De aandacht voor dit onderwerp verandert in de loop van de jaren. Zo worden binnen een thema dieren in de onderbouw ook afbeeldingen van dieren in beeldende kunst getoond, terwijl in de bovenbouw het onderwerp 'dieren in de beeldende kunst' expliciet aan de orde kan komen.
Sleutelvragen zijn èchte vragen. Vragen waarbij het antwoord niet bij voorbaat bekend is bij de leraar. Naar het antwoord moet worden gezocht. Er moeten afwegingen worden gemaakt om tot een antwoord te komen. Soms sta je daarbij voor een dilemma. De leraar is serieus geïnteresseerd in het antwoord van kinderen.
Wat maakt een vraag tot een goede sleutelvraag?
- er is ruimte voor meer dan één antwoord;
- er wordt een beroep gedaan op verbeeldingskracht van kinderen;
- kinderen worden erdoor uitgedaagd om ervaringen onder woorden te brengen;
- er wordt eigen, authentieke kennis opgeroepen.
Bijvoorbeeld:
- hoe ziet het huis van een zeerover er uit?;
- als je naar de vorm en de versiering van dit doosje kijkt, wat denk je dan wat er in zit?
Bij begrippen die de tijd aanduiden gaat het om verwijzingen wanneer iets gebeurt: nu, straks, toen, toen ik jong was, als ik volwassen ben, enzovoort.