Nederlands - Schriftelijk onderwijs - kerndoel 8 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.


Dit kerndoel bouwt voort op kerndoel 5. Het gaat hier, in kerndoel 8, om het schrijven van brieven, verslagen, formulieren en werkstukken (vooral in de bovenbouw). Leerlingen leren deze soorten teksten schrijven met het oog op buitenschoolse communicatie en voor schoolse toepassingen, met name in het zaakvakonderwijs. Hier ligt dus ook weer een link met de zaakvakken.

Dit kerndoel bouwt ook voort op de kerndoelen 6 en 7. In deze kerndoelen gaat het om het ordenen en selecteren van informatie uit meerdere schriftelijke bronnen. In dit kerndoel 8 wordt de geselecteerde informatie gebruikt bij het schrijven van teksten zoals een werkstuk.

Het gaat hier om dezelfde schrijfstrategieën als in kerndoel 5, aangevuld met het verzamelen, selecteren en organiseren van informatie uit verschillende soorten bronnen. In dit kerndoel ligt de nadruk op het vooraf en tussentijds ordenen van de gevonden informatie. Daarnaast krijgt het verzorgen van teksten aandacht. Tijdens de revisie werken de leerlingen toe naar een uiteindelijke versie die publiceerbaar is. Ze herformuleren en herstructureren. Ze leren hierbij niet alleen inhoudelijk te reflecteren op hun teksten, maar letten ook op de verzorging ervan.

In dit kerndoel is spelling (zie ook kerndoel 11) een aspect van de verzorging van teksten, naast interpunctie, vormgeving (en een leesbaar handschrift). Deze aspecten staan ten dienste van het communicatieve doel van de tekst.