Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 2 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.


Bij dit kerndoel gaat het erom dat leerlingen:

  • mondeling hun bedoeling over kunnen brengen en daarbij aandacht hebben voor:
    • doel en publiek
    • opbouw
    • levendig taalgebruik
    • juiste uitspraak
    • woordenschat: passende woorden
    • grammaticaal correcte zinnen en woorden (woordvormen, zinsbouw)
    • houding, intonatie en mimiek om hun mondelinge tekst te ondersteunen;
  • zich redden in verschillende spreek- of gesprekssituaties: monologen, dialogen en polylogen;
  • spreekstrategieën inzetten om hun doelen te bereiken.