Nederlands - Mondeling onderwijs - kerndoel 1 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.


Bij dit kerndoel gaat het erom dat leerlingen in verschillende luistersituaties leren luisteren naar verschillende soorten teksten (verhalende, informatieve, instructieve en betogende). Bij die luistersituaties kan het gaan om luisteren naar monologen of om luisteren tijdens gesprekken (dialogen of polylogen). Verder leren ze bij dit kerndoel verworven informatie mondeling over te dragen aan anderen en gestructureerd op papier te zetten.

Bij het luisteren gaat het erom dat ze:

  • hun voorkennis inzetten bij het luisteren;
  • verschillende soorten teksten herkennen en onderscheiden en dat inzicht benutten bij het luisteren;
  • de structuur van teksten benutten bij het luisteren (en daarbij gebruikmaken van signaalwoorden die structuren herkenbaar maken);
  • zich ervan bewust worden dat je verschillende luisterdoelen kunt hebben;
  • een luisterdoel bepalen en de manier van luisteren aanpassen aan het luisterdoel, hun aandacht richten;
  • op basis van hun luisterdoel de belangrijkste of de gewenste informatie uit een mondelinge tekst halen;
  • gebruikmaken van de context tijdens het luisteren (afbeeldingen, voorwerpen, maar ook gebaren, mimiek, intonatie);
  • voorspellingen maken en deze al luisterend controleren;
  • een mondelinge tekst in eigen woorden samenvatten.