Friese taal - mondeling onderwijs - kerndoel 18 - Toelichting en verantwoording


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken Fries. Het gaat om teksten die informatie geven, plezier verschaffen, meningen of aanwijzingen bevatten over voor hen bekende onderwerpen.


Bij dit kerndoel gaat het erom dat leerlingen in verschillende luistersituaties leren luisteren naar verschillende soorten teksten (verhalende, informatieve, instructieve en betogende). Bij die luistersituaties kan het gaan om luisteren naar monologen of om luisteren tijdens gesprekken (dialogen of polylogen).

Bij het luisteren gaat het erom dat ze:

  • hun voorkennis inzetten bij het luisteren;
  • verschillende soorten teksten herkennen en onderscheiden en dat inzicht benutten bij het luisteren;
  • de structuur van teksten benutten bij het luisteren (en daarbij gebruikmaken van signaalwoorden die structuren herkenbaar maken);
  • zich ervan bewust worden dat je verschillende luisterdoelen kunt hebben;
  • een luisterdoel bepalen en de manier van luisteren aanpassen aan het luisterdoel, hun aandacht richten;
  • op basis van hun luisterdoel de belangrijkste of de gewenste informatie uit een mondelinge tekst halen;
  • gebruikmaken van de context tijdens het luisteren (afbeeldingen, voorwerpen, maar ook gebaren, mimiek, intonatie);
  • voorspellingen maken en deze al luisterend controleren;
  • vertrouwd raken met specifiek Friese klanken en klankcombinaties, specifiek Friese woorden, zinsvorming en manieren van uitdrukken.

Van belang bij dit kerndoel is dat de afstand tussen onderwerp en luisteraar niet te groot wordt.