vragen kerndoelen
Kerndoelen vormen samen met de examenprogramma’s de basis van het Nederlandse curriculum. Een kerndoel is een wettelijk doel dat beschrijft waar leerlingen in po en in de onderbouw vo mee in aanraking moeten komen, welke inspanning van hen wordt verwacht met het oog op ervaringen, of wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Daarmee geven kerndoelen richting aan het onderwijs en leggen ze de basis vast waar iedere leerling recht op heeft. Die basis is nodig om jezelf te ontwikkelen, volwaardig deel te nemen aan de samenleving en door te stromen naar vervolgonderwijs.
De kerndoelen zijn zo geformuleerd dat ze voldoende richting geven, maar ook ruimte laten voor scholen en leraren om eigen keuzes te maken. Leraren en scholen behouden hun professionele vrijheid om de kerndoelen op een manier in te vullen die past bij de schoolvisie, hun leerlingen en de context. Kerndoelen beschrijven geen leerstof per schooljaar en schrijven geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voor.
De status van kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs zijn ze benoemd als de
opdracht aan scholen. Dat betekent dat iedere school verplicht is het onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen deze doelen kunnen bereiken. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of een meervoudige beperking hebben en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn er functionele kerndoelen.
Functionele kerndoelen worden ontwikkeld voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn en voor leerlingen in het vso die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt.
De status van functionele kerndoelen is vastgelegd in de wet. In de Wet op de Expertisecentra zijn ze benoemd als de opdracht aan scholen en staat beschreven welke inhouden aan bod moeten komen. We noemen dit het beoogde curriculum op landelijk niveau.
De functionele kerndoelen zijn de inhoudelijke doelstellingen voor het onderwijsprogramma. Scholen moeten het onderwijs zo inrichten dat ze op een doelgerichte en samenhangende manier aan deze doelen werken. Er is echter geen verplichting om alle functionele kerndoelen op leerlingniveau te behalen. Het kan namelijk zijn dat een leerling niet alle kerndoelen kan behalen. Dan kan de school afwijken van de functionele kerndoelen en vervangende doelen opstellen. De school legt dit vast in het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling.
We beschrijven de functionele kerndoelen vanuit hoge verwachtingen. Ze zijn het uitgangspunt voor het inrichten van het onderwijsprogramma, maar gelden als ‘na te streven inhoudelijke doelstellingen’, waarbij het aan de school is om te beoordelen welk doel passend, haalbaar en uitdagend genoeg is voor een leerling.
Kerndoelen gelden voor leerlingen in het po en vo.
Voor leerlingen in het so die zeer moeilijk leren en/of meervoudig beperkt zijn gelden de functionele kerndoelen. Leerlingen in het so die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen onderwijs op basis van dezelfde kerndoelen als leerlingen in het po.
Voor het sbo is er geen aparte set kerndoelen. Scholen in het sbo vallen onder de Wet op het primair onderwijs en werken in principe met dezelfde kerndoelen als het basisonderwijs. De wet biedt ruimte om hier beredeneerd van af te wijken, zodat scholen beter kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van leerlingen. In de praktijk combineren sbo-scholen de kerndoelen po met de functionele kerndoelen die passen bij de mogelijkheden en ontwikkelperspectieven van hun leerlingen.
Voor leerlingen in het vso die onderwijs die uitstromen naar dagbesteding of arbeidsmarkt zijn twee afzonderlijke sets functionele kerndoelen. Leerlingen in het vso die doorstromen naar vervolgonderwijs volgen dezelfde kerndoelen als leerlingen in het vo.
Voor het praktijkonderwijs is geen aparte set kerndoelen, omdat deze scholen onder de Wet op het voortgezet onderwijs vallen. Daarom volgen zij in principe de kerndoelen vo. De wet biedt de mogelijkheid hier beredeneerd van af te wijken. In de praktijk werken scholen voor praktijkonderwijs daarom met zowel de kerndoelen vo als de functionele kerndoelen, afhankelijk van het uitstroomprofiel van de leerling.
De huidige kerndoelen zijn sinds 2006 van kracht. Ze zijn globaal geformuleerd en bieden weinig houvast aan scholen en leraren. Er is een wens voor meer concrete formuleringen, samenhang, terugdringen van overladenheid en het versterken van doorlopende leerlijnen. Daarnaast zijn er onderwijskundige, vakspecifieke en maatschappelijke ontwikkelingen die vragen om een actualisatie van de kerndoelen.
SLO heeft de definitieve conceptkerndoelen voor negen leergebieden in november 2025 opgeleverd aan het ministerie van OCW. De inwerkingtreding van de verschillende kerndoelen gaat in fases.
Ook al staan de nieuwe kerndoelen nog niet in de wet, scholen kunnen natuurlijk al wel vooruitkijken en zich voorbereiden. In augustus 2031 moeten alle scholen onderwijs realiseren dat gebaseerd is op de nieuwe kerndoelen. Dan start ook het handhavend toezicht op de nieuwe kerndoelen door de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie moedigt scholen en besturen aan om zo snel als mogelijk met de nieuwe kerndoelen te gaan werken.
De opgave zal voor iedere school anders zijn. In de nieuwe kerndoelen zijn onderwijskundige inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen verwerkt, zodat de wettelijke kaders weer actueel zijn en passen bij wat leerlingen nodig hebben om nu en in de toekomst deel te kunnen nemen aan en een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij.
Veel van die recente inzichten en ideeën zijn bij scholen al bekend en zijn al verwerkt in schooleigen curricula. In dat opzicht zijn de geactualiseerde kerndoelen dus niet ‘nieuw’- wel nieuw is dat deze inzichten verwerkt zijn in de wettelijke kerndoelen en daarmee dus de opdracht gaan vormen voor alle scholen in Nederland.
Scholen die de recente inzichten en ideeën al hebben verwerkt, zijn waarschijnlijk al een eind op weg om onderwijs te realiseren waarmee de kerndoelen kunnen worden behaald. Voor andere scholen zal de opgave groter zijn.
De nieuwe kerndoelen zijn geordend in negen leergebieden. Hoe scholen de kerndoelen naar onderwijs vertalen en binnen welke leergebieden of vakken dat gebeurt, kunnen de scholen zelf beslissen. De nieuwe kerndoelen beschrijven in ieder geval waar leerlingen mee in aanraking moeten komen, welke inspanning er van hen wordt verwacht met het oog op kennis en ervaringen en wat ze uiteindelijk moeten beheersen.
De kerndoelen nodigen uit om een vertaling te maken naar samenhangend en betekenisvol onderwijs. In de karakteristiek van elk leergebied maken we de verbanden tussen de kerndoelen zoveel mogelijk expliciet. Ook benadrukken we de samenhang tussen inhouden van verschillende leergebieden. Zo bieden de kerndoelen scholen handvatten om de inhouden in samenhang aan te bieden. Het is aan scholen zelf om een eventuele samenhang tussen leergebieden naar het onderwijs op de school te vertalen, omdat de kerndoelen geen leerstof per schooljaar en ook geen vorm van pedagogiek, didactiek of onderwijstijd voorschrijven.
De nieuwe kerndoelen voor po en onderbouw vo hebben we ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Inhouden uit de kerndoelen voor vo bouwen daarom voort op de inhouden uit de kerndoelen voor het po.
Hetzelfde geldt voor de aansluiting van de kerndoelen onderbouw vo op de examenprogramma’s, waarbij de examenprogramma’s voortbouwen op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw van het vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.
De nieuwe kerndoelen zijn ontwikkeld met het oog op een ononderbroken ontwikkeling voor leerlingen. Tijdens het ontwikkelproces heeft daarom afstemming plaatsgevonden met de vakvernieuwingscommissies die momenteel de examenprogramma's actualiseren. De examenprogramma’s (in ontwikkeling) bouwen voort op de inhouden uit de kerndoelen voor de onderbouw vo. Zo zorgen we voor een goede aansluiting en voorkomen we hiaten.