rapportage

13 december 2019

Beroepsbeoefenaren (leerlingen) moeten vaak rapporteren over uitgevoerde werkzaamheden, aan collega's of leidinggevenden, niet alleen bij de profielmodulen Gastheerschap en Recreatie, maar ook bij de Keuken en Bakkerij.

  • mondeling en schriftelijk rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden; onder meer over de planning, voorbereiding, proces en product (Kern a6).
  • herkennen in welke situaties de sociale hygiëne in het geding is en een passende actie ondernemen richting leidinggevende

Bij HBR is het belangrijk dat leerlingen alert zijn op behoeften en problemen bij gasten. Met name wordt verwacht dat leerlingen rapporteren over zaken die zij in de praktijk signaleren. Zij mogen zelf met de klant in gesprek gaan in situaties die de leerling zelf kan oplossen, maar moeten het gesignaleerde (met de eventuele oplossing) altijd doorgeven aan de leidinggevende.

Een informatief gesprek waarin gerapporteerd wordt aan collega's of leidinggevenden heeft over het algemeen de structuur van een Verslag:
identificatie->gebeurtenissen/feiten

opbouw van een verslag
Verslag Kenmerkende opbouw van een verslag
Opening Een van de gespreksdeelnemers opent het gesprek, bijvoorbeeld met een groet.
Identificatie 1. Waarover wordt gerapporteerd, over welke gebeurtenis of welk probleem?
Gebeurtenissen/feiten 2. Wat is er gebeurd, wie heeft wat gedaan? Wat zijn de feiten die zijn waargenomen?
Afsluiten Het gesprek wordt beëindigd met een (vaak korte) afsluitende opmerking en groet. Eventueel wordt verwezen naar het vervolg van de werkzaamheden en/of een volgend overleg.