Werkgroep #4: Het nut van knippen en plakken
De NVvW en SLO hebben de knelpunten van de vakkenstructuur wiskunde in de bovenbouw van havo en vwo geïnventariseerd. In totaal werden 2.500 leerlingen, leraren, docenten van vervolgopleidingen, decanen en schoolleiders ondervraagd. De resultaten van de inventarisatie worden besproken door een werkgroep, in opdracht van het ministerie van OCW. De werkgroep gaat conclusies en adviezen formuleren. In januari 2022 zullen zij hun advies uitbrengen aan de minister voor basis- en voortgezet onderwijs. Petra Hendrikse, oud-curriculumontwikkelaar wiskunde bij SLO, blogt over de bijeenkomsten van de werkgroep. Meer informatie? Kijk op vakkenstructuur wiskunde havo/vwo.
Amersfoort, 16 november 2021
Hoeveel zou ik bij mijn huidige werkzaamheden kunnen putten uit mijn ervaringen op de pabo? Sinds ik bij SLO werk is die vraag al meerdere keren door mijn hoofd geschoten. Op onverwachte momenten blijkt er toch wat meer ‘pabo’ te zijn blijven plakken dan gedacht. Zo ook toen ik tijdens de derde bijeenkomst een schaar en felgekleurd papier erbij pakte.
Om te gaan knippen en plakken, oneerbiedig gezegd. Met deftiger woorden gesproken: het onderwerp van gesprek visualiseren. Een structuur is goed visueel te maken: “bedoel je nu dat dit blok (geknipt geel stuk papier) hieróp (heel blauw A4) moet, of er tegenáán? Of gedééltelijk erop?”
Overeenstemming
Het doel van onze derde bijeenkomst was vaststellen op welke punten we al overeenstemming hebben en over welke aspecten we verder moeten praten. Deze vragen kun je ook nog verdiepen: Waarover zien we allemaal dat we nog van elkaar verschillen? En op welke punten verschillen we van elkaar terwijl het lijkt alsof we het met elkaar eens zijn? Op basis van aangeleverde stukken naar aanleiding van de vorige bijeenkomst hebben we geprobeerd die vragen over overeenstemming te beantwoorden.
Daarbij bleek dat ‘er nog eens wat nachtjes over slapen’ en ‘naar elkaar luisteren’ nieuwe inzichten en standpunten opleveren. Waar we dachten dat we van elkaar verschilden, blijkt dat op een aantal punten niet (langer) zo te zijn. Het tegenovergestelde is ook waar. Door naar elkaar te luisteren en door te vragen, blijkt dat we het soms toch over net iets anders hebben, ook al gebruiken we hetzelfde woord.
Een mooi voorbeeld hiervan is het woord keuze. Als iemand zegt “ik vind dat er ook ruimte voor keuze moet zijn”, wat bedoelt diegene dan precies? Keuzeruimte binnen het vak voor de leraar? Of juist voor de leerling? Of de mogelijkheid om een volgend deel wel of niet te kiezen? Of de ruimte om het verplichte wiskundevak in het gekozen profiel te vervangen door een ander wiskundevak?
Eenvoudig
Een tweede voorbeeld betreft het woord eenvoudig. We streven ernaar om de structuur zo eenvoudig mogelijk te maken. Betekent eenvoudig dat met de profielkeuze ook vast ligt welke wiskunde iemand krijgt? Betekent het dat het er op havo en vwo hetzelfde uit moet zien? Betekent het dat de basis van de structuur hetzelfde moet zijn voor de N- en de M-profielen? Bedoelen we dat we de inhoudsstructuur zo eenvoudig mogelijk willen hebben, of de verdeling (spreiding van het vak over de schooltijd van begin 4de klas tot aan het eindexamen)?
Meer dan knippen en plakken
Knippen en plakken heeft een groot voordeel. Als je merkt dat je kleurtjes te kort komt en er teveel blokken, van dezelfde kleur maar van verschillend formaat, op tafel liggen zegt dat wel iets. Misschien wordt het geheel dan toch iets te complex.
Overigens denken we niet alleen na over de structuur aan de hand van geknipte en gekleurde stukken papier. Af en toe vervangen we het woord wiskunde door Frans. Frans staat bij mij symbool voor een vak dat je, zodra het kan, laat vallen. Waarmee je absoluut niet langer wilt worden lastiggevallen dan strikt noodzakelijk. Omdat ik daarmee begonnen ben, staat Frans nu binnen de werkgroep voor de belangrijke vraag: is het terecht dat we dit verlangen van een leerling die wiskunde het liefst zo snel mogelijk zou willen laten vallen?
Mocht u even om het hoekje hebben gegluurd van de bijeenkomst van de werkgroep, dan zou het zomaar kunnen dat u iemand fanatiek knippend in een fel gekleurd geel papier had horen spreken over het vak Frans.
Meer informatie? Kijk op: Knelpunten uit het onderzoek naar de vakkenstructuur wiskunde h/v