knelpunt #5: ontbreken statistiek bij wiskunde B
Toen ik klaar was met de middelbare school, had ik behoorlijk wat wiskundige lesstof gevolgd. Op de basisschool en op de middelbare school. Ik had de vakken wiskunde A en B gekozen. Wiskunde A, mijn achtste vak, kon ik in de praktijk niet volgen, omdat er in het rooster geen rekening gehouden werd met extra vakken. Toch heb ik alle tentamens voor het vak afgelegd.
Tijdens mijn studie had ik mijn wiskundekennis hard nodig. We maakten onder andere kansberekeningen, statistiek kwam echter niet aan de orde. Voor mijn promotieonderzoek bij onderwijskunde had ik statistiekkennis echter wel nodig. Het kwam aan op zelfstudie. Is het een gemis dat wiskunde B geen statistiek omvat?
De keuze voor statistiek
Tijdens mijn middelbare schooltijd zat statistiek niet bij wiskunde B. Dat is geen overbodig feit. Er zijn tijden geweest dat statistiek wel tot de inhoud van wiskunde B behoorde. Al in de jaren ’50 sneuvelde een voorstel om statistiek op te nemen in het curriculum van de HBS B. De minister vreesde voor een overvol inhoudelijk programma. De keuze voor statistiek, vaak in één adem genoemd met overbelasting, heeft een lange geschiedenis. Opvallend is dat statistiek in de tijden van wiskunde B1 en wiskunde B1,2 wel deel uitmaakte van wiskunde B1, maar niet van wiskunde B1,2. Wiskunde B1 was bedoeld voor het profiel N&G, wiskunde B1,2 voor N&T. Hieruit kun je opmaken dat indertijd is geredeneerd dat statistiek voor gezondheidsgerelateerde studies onmisbaar is, maar niet voor technische studies.
Nuttige statistiekkennis
Terug naar mijn eigen ervaring. Ik heb statistiek niet gemist tijdens mijn technische studie. Wel toen ik de overstap naar onderwijskunde maakte. Heb ik mijn statistiekkennis daarna nog toegepast? Jazeker, volop. Zelfs meer dan de andere wiskunde die ik tijdens mijn technische bachelor en master heb beoefend. Niet alleen in mijn werk, ook bij het volgen van het nieuws blijkt mijn statistiekkennis steeds weer nuttig.
Had ik dan wat minder van de andere wiskunde lesstof kunnen volgen op de universiteit, zodat er ruimte was ontstaan voor statistiekkennis? Misschien kan ik die vraag niet goed beantwoorden, ik ben immers werkzaam in een andere sector. Toch heb ik het gevoel dat ik, ook wanneer ik in de techniek werkzaam was gebleven, gemerkt zou hebben dat statistiekkennis handig is. En wie weet had ik alsnog met heel veel wiskunde lesstof nauwelijks iets gedaan. Ik ben benieuwd hoe de lezers van dit blog dit ervaren, wellicht (oud-)studiegenoten? Wat is jullie ervaring?
Het eeuwige dilemma
Ruimte voor iets maken betekent dat iets anders moet wijken. Dat is altijd een moeilijk vraagstuk. Uit het onderzoek dat ik met Jos Tolboom doe door middel van enquêtes blijkt dat veel respondenten, in dit geval docenten uit het middelbaar onderwijs en docenten van vervolgopleidingen, zich ervan bewust zijn dat ruimte maken voor statistiek leidt tot het schrappen van iets anders. De meningen zijn verdeeld over het idee dat statistiek een plek zou moeten krijgen in wiskunde B.
Daar tegenover staat dat vrijwel alle respondenten het belang van statistiek inzien. Zij hebben in de enquête dan ook vragen gesteld over de mogelijkheid om statistiek op een andere plek onder te brengen. Bij een ander vak of in het onderwijs dat na de middelbare school volgt bijvoorbeeld. Suggesties die hiervoor zijn gegeven, zijn helaas slechts beperkt uitgewerkt. Wie heeft er een goed idee?
Buiten de box
Wat zou er gebeuren als we statistiek zouden onderbrengen bij taal? Bij taalvakken is bijvoorbeeld het verschil tussen correlatie en causaliteit van belang. Vraagstukken zoals “Hoe gebruikt men het woord ‘kans’ in het dagelijks leven en in hoeverre komt dat overeen met het wiskundige concept ‘kans’?” zijn ook interessant. Dezelfde vraag is namelijk relevant voor de term ‘spreiding’. Zo is ook statistiek een interessant onderwerp van gesprek. Statistiek wordt dan weliswaar niet wiskundig behandeld, maar het is juist de inhoud en het belang van statistiek die ertoe doen. Een taaldocent zal niet zo snel naar een formule grijpen, maar deze zal statistiek aanvliegen als relevant fenomeen in het dagelijks leven vanuit actief burgerschap.
Past statistiek in dat geval beter bij maatschappijleer? Dan kunnen docenten bespreken hoe politieke partijen statistiek gebruiken, dan wel misbruiken, om hun standpunten te onderbouwen. Hoe kunnen leerlingen daar kritisch naar kijken? Welke vragen moeten ze bij dergelijke bewijsvoering stellen? Een zelfstandig vak statistiek in het gemeenschappelijke deel voor iedereen zou ook nog kunnen. Zijn er andere ideeën te bedenken voor de juiste plek voor statistiek in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs?
We nodigen je graag uit om te reageren op deze blog. Dat kan door een e-mail te sturen naar: blogwiskunde@slo.nl.