Procesbeoordeling

14 augustus 2020

Productbeoordeling is voor de meeste docenten bekend en begaanbaar terrein. Een proces beoordelen is echter veel moeilijker, onder andere omdat het vaak vluchtig is.

Essentieel is daarom dat er ook tussenstadia vastgelegd worden die het inzichtelijk maken, zoals een ingevuld observatieformulier, een logboek, verslagen van de teamoverlegmomenten en feedback-besprekingen.

Observeren

​Ongestructureerd observeren leidt in het algemeen tot onbetrouwbare beoordelingen, omdat daarbij vaak alleen de opvallende zaken opgemerkt worden. Een van te voren opgesteld observatieformulier met duidelijke observatiepunten helpt om systematisch relevante informatie te verzamelen. De WACKER methode is daarbij heel behulpzaam.​​

Zelfbeoordeling​​​​

Soms vindt procesbeoordeling geheel of voor een deel plaats op basis van zelfbeoordeling. Bijvoorbeeld hoe de samenwerking in het team verliep. Dat kan een heel goede methode zijn, maar vraagt wel om eerlijke zelfreflectie. Als het van invloed is op het examencijfer maakt dat het wel lastiger.
Ook is het niet ongebruikelijk dat groepsleden elkaar een beoordeling geven. Daarin komt dan tot uitdrukking hoe de samenwerking is verlopen, wat de bijdrage aan het proces en product was. Leerlingen zijn zo gewend aan het geven van beoordelingen dat ze vaak geen moeite hebben om een oordeel over hun eigen en elkaars bijdrage te geven, vaak in woorden, soms in cijfers.

Waar het cijfer voor een gezamenlijk gemaakt product meestal een groepscijfer is (voor ieder lid hetzelfde), is het cijfer voor het proces meestal een individueel cijfer. Het cijfer voor het proces kan dan weer opgebouwd zijn uit een cijfer van de docent, van de opdrachtgever en/of de teamgenoten in een nader te bepalen verhouding.