B4.7 Omgaan met veranderingen en aanpassingen

14 augustus 2020

De kandidaat kan in de context van technologische toepassingen omgaan met veranderingen en aanpassingen.

Hij kan het eigen gedrag aanpassen aan veranderende omstandigheden die mede veroorzaakt worden door technologische toepassingen.

Typering

In eindterm A6 wordt omschreven dat leerlingen moeten kunnen omgaan met kritiek en tegenslag, hier wordt dat nog verder uitgewerkt in de context van technologische toepassingen. Aanpassingen kunnen liggen op het terrein van de technologie (het werkt niet zoals verwacht) of de omstandigheden (veranderde wensen van opdrachtgever, te krappe begroting). Waar het om gaat in deze eindterm is hoe een leerling daarop reageert en zijn gedrag aanpast.

Uitwerking

Het plannen van veranderingen in een opdracht, opdat de leerlingen kunnen leren daarop te reageren, is moeilijk. Het zal dus afhangen van de onverwachte, ongeplande gelegenheden die in opdrachten zich voordoen om leerlingen dit te laten leren. Het vereist alertheid bij de docent om zo'n gelegenheid te onderkennen en te gebruiken. Door leerlingen te bevragen en ze soms een spiegel voor te houden kunnen ze op hun eigen gedrag reflecteren en leren dat aan te passen.
Het is belangrijk dat leerlingen kunnen aangeven wat niet goed is gegaan of anders is gelopen. Waarom zijn veranderingen/aanpassingen nodig? En dat ze dit in eigen woorden kunnen onderbouwen en verdedigen.​

Beoordeling

Voor de beoordeling van deze competentie zijn door SLO rubrics ​​​​​​​​​​​ontwikkeld.

Voorbeeld

Tegenslag en aanpassingen veroorzaakt door technologie komen overal voor. Denk alleen maar aan de vaak onverwachte storingen, niet geplande updates, niet werkende verbindingen en falende hard- of software in de ICT...

Door gebruik te maken van Dilemma's in de opdrachten ziet u hoe een leerling reageert is en kunt u wellicht het (ongewenste) gedrag van uw leerlingen aanpassen door de leerling feedback te geven en verder te helpen. Dilemma's zijn te vinden in:

  • tijd: een opdracht moet na een bepaalde tijd klaar zijn;
  • kwaliteit: een opdracht moet voldoen aan bepaalde eisen;
  • geld: de uitwerking van een opdracht mag niet teveel kosten;
  • storingen: de apparatuur werkt niet;
  • samenwerken: de leerling wil niet met een ander samenwerken;
  • sociale angst: een leerling durft niet naar een opdrachtgever toe;

Vaak helpt het door de leerling feedback te geven met een concreet voorbeeld. Hieronder zowel voorbeelden uit de directe praktijk van werken aan T&T als uit de beroepspraktijk.

Voorbeeld dilemma tijd:

> Je t​​eamgenoot heeft de beloofde dia's van de pesentatie niet op tijd af. Wat doe je?​

​> Je werkt bij een installatiebedrijf en bent een alarminstallatie aan het aanleggen bij een klant. Je bent om 17.00 uur bijna klaar. Wat doe je?

​Voorbeeld dilemma kwaliteit:

> ​Jullie komen er achter dat jullie product niet voldoet aan de eisen van de opdrachtgever voldoet. Wat doe je?​

> Je werkt in een garagebedrijf en moet de vier wielen van een auto verwisselen (met winterbanden). Het vierde wiel zit muurvast. Wat doe je?

​Voorbeeld dilemma geld:

> Je werkt aan een ontwerp voor een slimme regenmeter. Deze blijkt echter €2600,-- te gaan kosten. Wat doe je?

> Je werkt in een garagebedrijf en er blijkt een heel duur onderdeel vervangen te moeten worden. Wat doe je?

​Voorbeeld dilemma storingen:

> Het prototype dat jullie gebouwd heb​​ben deed het eerst goed, maar bij de tweede poging sloeg de zekering door. Wat doe je?​

> Je moet onderweg een klant bellen omdat je pech hebt met je auto maar je telefoon is niet opgeladen. Wat doe je?

​Voorbeeld samenwerken:

> In je t​​​eam ontstaat onenigheid en hierdoor ligt het proces stil. Hoe los je dit binnen je groep op?

> Je werkt samen aan een project en de projectleider stelt een nieuwe medewerker voor. Het blijkt een oud-medeleerling te zijn waar je ruzie mee hebt gehad. Wat doe je?

​Voorbeeld sociale angst:

> Je k​​rijgt van de docent de taak toebedeeld om de presentaties van de resultaten te openen en de ​aanwezigen (o.a. de wethouder) welkom te heten. Je bent verschrikkelijk zenuwachtig. Wat doe je?

> Je moet een presentatie geve​n voor een belangrijke grote klant. Je bent verschrikkelijk zenuwachtig. wat doe je?​